e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leopoldsburg

Overzicht

Gevonden: 3307
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
haan haan: āǝn (Leopoldsburg) Het mannetje van de hoenderen. [N 19, 39; A 39, 3c; A 6, 1a; A 2, 30; L 7, 27; L 14, 19; L 26, 17; L 1a-m; JG 1a, 1b; Wi 13; Wi 17; Gwn 5, 15 add.; Vld.; monogr.] I-12
haar haar: hoar krollen (Leopoldsburg), hu.r (Leopoldsburg) haar (op het hoofd) [RND] || het haar krullen (krullen maken) [ZND 29 (1938)] III-1-1
haar in de war dooreen: mɛn ho:r zitø.rrən (Leopoldsburg), in de war: is in de waar (Leopoldsburg) Mijn haar zit in de war [Lk 06 (1956)] III-1-1
haarcrème brillantine (fr.): [Fr. spelling]  brillantine (Leopoldsburg) crème die bij de verzorging van het haar gebruikt wordt [pommade] [N 86 (1981)] III-1-3
haarenkelen (zich) stoten: stuǝtǝ (Leopoldsburg) De enkels bij het stappen tegen elkaar strijken of slaan, zodat ze verwond geraken. [L 1, a-m; N 8, 71, 72, 78a, 79 en 84d; S 8] I-9
haarhamer haarhamel: hǭu̯ǝrhǭmǝl (Leopoldsburg), āǝraǝmǝl (Leopoldsburg) De haarhamer is een vrij zware (ongeveer anderhalve kilo) ijzeren hamer met een korte houten steel, die speciaal wordt gebruikt om te haren. Het ijzeren deel loopt doorgaans aan beide kanten (soms aan één kant) uit in een scherpe bek van 3 à 4 mm. breed, die wel de baan wordt genoemd. De zuiverheid van deze baan is van belang om goed te kunnen haren. Van tijd tot tijd wordt de baan van de bek door de smid weer bijgesteld. Zie afbeelding 7b, nummer 1. [N 18, 86; JG 1a, 1b, 2c; L 1 a-m; L 26, 4; S 12; add. uit N 11, N 14, 131; N 15; N 27; A 4, 28; A 23, 16; L 20, 28; Lu 1, 16; mongr.] I-3
haarlok tres: tres (Leopoldsburg) een bosje haar van min of meer slingerende gedaante [lok, streng, tres, toer] [N 86 (1981)] III-1-1
haarscheiding streep: streep (Leopoldsburg) scheiding in het haar [scheej, streep] [N 10 (1961)] III-1-1
haarstaart staart: staart (Leopoldsburg) het los neerhangende gedeelte van het haar, als men het bijeen gebonden draagt [staart, keu, vlecht] [N 86 (1981)] III-1-1
haarwrong dot: dot (Leopoldsburg) haarwrong van een vrouw [knutje, tres, tots] [N 10 (1961)] III-1-1