e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kever, tor kever: kēver (Leuken) kever, tor [DC 30 (1958)] III-4-2
kiekendief rietwouw: reêtwaw (Leuken) kiekendief, bruine — III-4-1
kiem scheut: schuuët (Leuken) scheut III-4-3
kiemen, schieten, botten van pootaardappelen schieten: sxētǝ (Leuken) J. Goossens heeft in zijn enquêtes twee begrippen afgevraagd: "kiemen" (algemeen van een zaadje) en "botten" (gezegd van een pootaardappel, wanneer deze in de kiembak ligt); afgezien van een klein fonetisch detail zijn er géén afwijkingen tussen beide lijsten van antwoorden, behoudens in P 187, waar "botten" jongen (wellicht schertsend?) is; in Q 3, 5, 9 en 187a waar voor de aardappel botten wordt gegeven (wellicht invloed van de cultuurtaal) en in Q 156 waar voor de aardappels ze zijn gehikt werd opgegeven. De opgaven van beide lijsten zijn derhalve in dit lemma samengenomen. Kienen moet begrepen worden als een contaminatie van kiemen (voor de klinker) en kijnen (voor de slotmedeklinker). Zie ook de toelichting bij het voorgaande lemma Scheut. [N M, 16b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; add. uit S 17] I-5
kieskauwen knuizen: Det és neet te knoûze: het is niet te eten  knoûze (Leuken) met lange tanden eten III-2-3
kieskeurig perfectelijk: perfiêtelik (Leuken) kieskeurig, secuur, netjes III-1-4
kievit kievit: keevet (Leuken) kievit III-4-1
kikker paddenmoek: peddemoeëk (Leuken) kikvors III-4-2
kikkerdril paddengezwel: peddegezwêl (Leuken) kikkerdril III-4-2
kikkerdril (2, bewerkt) (-)gezwel: peddegezwêl (Leuken) kikkerdril III-4-2