e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lepelrek lepelrek: laatste \"e\"als in franse père.  lepelrek (Leuken) rekje aan de wand waarin lepels worden bewaard [N 20 (zj)] III-2-1
leunstoel leunstoel: lø͂ͅnstōl (Leuken) leunstoel III-2-1
leurder handelsman: Opm. de a (van man) is iets gerekt.  handelsman (Leuken) koopman die met zijn waren langs de deuren gaat? [N 21 (1963)] III-3-1
leven (zn.) leven: zn  laeve (Leuken) leven III-2-2
levend vlees onder de huid leven, het -: lève (Leuken) levend vlees onder de huid [t leeve] [N 10 (1961)] III-1-1
lever lever: lèver (Leuken) lever [leevert, lijver, livvere] [N 10 (1961)] III-1-1
leverworst leverworst: ver: toonloos  laeverworst (Leuken) leverworst [N 06 (1960)] III-2-3
libel en waterjuffer poppenschreur: póppeschruuër (Leuken) libel, beekjuffer III-4-2
lichaam lichaam: lichaam (Leuken) lichaam [N 10 (1961)] III-1-1
lichaamskracht macht: macht (Leuken, ... ) lichaamskracht (kracht die een zieke geleidelijk verspeelt) [macht, maacht] [N 10 (1961)] III-1-2, III-1-4