17688 |
long |
long:
loeng (L289b Leuken)
|
long, longen [loos, leus] [N 10a (1961)]
III-1-1
|
33679 |
loodzand |
loodzand:
loodzand (L289b Leuken)
|
De loodgrijze zandlaag onder de heizode. [N 27, 17]
I-8
|
33250 |
loof van de bieten afplukken |
bladen:
blāi̯ǝ (L289b Leuken)
|
Als de bieten uit de grond getrokken zijn, worden ze op rijen gelegd en worden de bladeren van de knollen afgesneden of afgeplukt. Bij mechanisch rooien gebeurt het wel dat het loof wordt afgesneden als de bieten nog in de grond staan. [N 12, 48; monogr.]
I-5
|
21686 |
loon |
loon:
Opm. de o en a zijn ongeveer gescheiden.
loan (L289b Leuken),
verdiensten:
verdeenste (L289b Leuken)
|
loon, wat men verdient [N 21 (1963)]
III-3-1
|
25604 |
loonbakken |
inschieten:
ensxētǝ (L289b Leuken)
|
Het bakken van deeg dat door de mensen bij de bakker wordt gebracht. De bakker krijgt hiervoor een vergoeding. Volgens de informant van L 291 brachten de boeren en burgers hun gemengd deeg naar de bakker. Dit was zeer lastig spul, omdat de samenstelling verschilde en de rijsgraad eveneens. Dikwijls sloeg het in de oven neer. [N 29, 98]
II-1
|
20132 |
loops |
lopig:
løi̯pex (L289b Leuken)
|
loops, geslachtsdriftig ve teef [N 19 (1963)]
III-2-1
|
24678 |
loot, nieuw uitgelopen twijgje |
loot:
loeët (L289b Leuken)
|
loot, ent
III-4-3
|
17817 |
lopen |
lopen:
loupe (L289b Leuken)
|
lopen, gaan; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 10 (1961)]
III-1-2
|
24674 |
lork |
lariks:
lârks (L289b Leuken)
|
larix
III-4-3
|
33365 |
losse voerbak voor runderen |
koebak:
kubak (L289b Leuken)
|
Een losse bak of kuip waarin men het voer aan de koeien voorzet. Bedoeld wordt een bak waar meer dan één rund uit eet (en soms ook drinkt). Waar deze draagbare en ouderwetse bak niet (meer) bekend is, werden benamingen voor de vaste voerbak opgegeven (krib, trog en hun samenstellingen). Oorspronkelijk diende de krib voor het droge voedsel voor runderen en paarden en de trog voor het natte voedsel voor de varkens, maar in de praktijk lopen de termen dooreen. Sommige opgaven betreffen mogelijk ook het vak voor één koe van de in vakken verdeelde voerbak. Vergelijk de lemmata "voer- en drinkgoot" (2.2.14) en "vaste voer- en drink- en voerbak, krib" (2.2.15). [N 5A, 37c; N 18, 130; monogr.]
I-6
|