24357 |
muis |
muis:
moês (L289b Leuken)
|
muis
III-4-2
|
17663 |
muis van de hand |
muis:
moe.s (L289b Leuken)
|
muis van de hand (het onderste, vlezige deel van de duim) [N 10 (1961)]
III-1-1
|
20774 |
muisjes |
muizenkeurtjes:
uitsluitend mv.
moêzekuuërkes (L289b Leuken),
muizenkeuteltjes:
uitsluitend mv.
moêzekuuëtelkes (L289b Leuken),
suikerkeurtjes:
Uitsluitend mv. Beschuût met sókkerkuuërkes
sókkerkuuërkes (L289b Leuken)
|
muisjes
III-2-3
|
21642 |
muntgeld |
specie:
speesie (L289b Leuken)
|
Inventarisatie uitdrukkingen voor: muntgeld, klinkend geld in het algemeen [geen bankbiljetten dus] [speeses?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|
34392 |
muntig schaap |
gust:
gø̜st (L289b Leuken)
|
Schaap dat eenmaal gelamd heeft en dan onvruchtbaar blijft. [N 19, 66]
I-12
|
33627 |
mutsaard, houtmijt |
mutterdenberm:
muttertenberm (L289b Leuken),
mèùtterte berm (L289b Leuken)
|
houtmijt, stapel takkebossen [N 05A (1964)] || houtmijt, stapel takkenbossen [N 27 (1965)]
I-7
|
30091 |
muur |
muur:
mōr (L289b Leuken)
|
Uit diverse materialen, bijvoorbeeld baksteen of beton, opgetrokken bouwwerk ter afscheiding of ter ondersteuning. In dit en de volgende lemmata wordt onder een 'muur' vooral een uit bakstenen samengestelde afscheiding verstaan. Het woord 'wand' wordt in het onderzoeksgebied meestal gebruikt voor een uit verticale en horizontale balken samengestelde muur die vervolgens met vlechtwerk of metselwerk wordt opgevuld. Zie ook de paragraaf over het vak- en vlechtwerk. Worden in een gebouw een of meer kelders aangebracht, dan worden de muren die de kelder omsluiten geheel van harde metselsteen en waterdichte mortel opgetrokken. Een muur die boven de grond wordt opgemetseld, noemt men een 'opgaande muur'. Bij de muren van gebouwen onderscheidt men buiten- en binnenmuren en de voor-, zij- en achtergevel, de muren die respectievelijk de voorzijde, de zijkant en de achterzijde van het bouwwerk vormen. [N 31, 32a; S 25; L 1 a-m; L 6, 41b; L 12, 5; monogr.; Vld]
II-9
|
24506 |
muurbloem |
fliertje:
cheirantus cheiri
fleerkes (L289b Leuken)
|
muurbloem, soort
III-4-3
|
30264 |
muurblokken |
klossen:
klǫsǝ (L289b Leuken)
|
Vierkante houten blokjes die men in de muur metselt, om er later de dagstukken van de deur op vast te maken. Volgens de invuller uit L 210 werden muurblokken in het noorden van Nederlands Limburg niet toegepast. [N 32, 11c; N 55, 19b; monogr.]
II-9
|