19778 |
sering |
karneeltje:
genoemd naar H.Cornelius
kernieëlke (L289b Leuken),
kerneeltje:
genoemd naar H.Cornelius
kernieëlke (L289b Leuken),
kruidnagel:
kroêtnieëgel (L289b Leuken, ...
L289b Leuken)
|
sering
I-7, III-4-3
|
19401 |
servies |
servies:
sərvi.s (L289b Leuken)
|
servies
III-2-1
|
33526 |
siererwt |
siererwten:
sierert (L289b Leuken)
|
lathyrus
I-7
|
30147 |
sierlaag |
plint:
plent (L289b Leuken)
|
Niet-uitspringende sierlaag van bakstenen met een andere kleur die in het metselwerk wordt verwerkt. [N 31, 30f]
II-9
|
20879 |
sigaar |
sigaar:
Verklw. segaerke ¯n Segaarebéntje: sigarenbandje
segaar (L289b Leuken)
|
sigaar
III-2-3
|
20569 |
sigarenpijpje |
roortje:
Uitsluitend verklw.
reurke (L289b Leuken)
|
buisje van tabakspijp, sigarenpijpje
III-2-3
|
20880 |
sigaret |
sigaret:
Verklw. segrétje
segrét (L289b Leuken)
|
sigaret
III-2-3
|
28694 |
sikkel |
zichel:
zēxǝl (L289b Leuken)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
33981 |
singel |
zadelriem:
zālrēm (L289b Leuken)
|
Riem die het zadel op zijn plaats houdt. Hij is aan de zijkanten van het zadel vastgehecht en wordt onder de buik van het paard door middel van een gesp gesloten. [JG 1a, 1b; N 13, 72; monogr.]
I-10
|
33993 |
singel voor de paardedeken |
singel:
seŋǝl (L289b Leuken)
|
Riem rond de buik van het paard die dient om de paardedeken op zijn plaats te houden. [N 13, 92]
I-10
|