e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
soep van ingewanden rolletjessoep: Syst. WBD  rulkessop (Leuken) Soep van ingewanden, hart, nieren e.d. (tripsoep?) [N 16 (1962)] III-2-3
soepketel, waterketel marmiet: mermiet (Leuken) berremiet/ marmiet, in de betekenis van koperen waterketel; betekenis/uitspraak [N 20 (zj)] III-2-1
soepkip in water gekookte hen: in water gekookdje hin (Leuken) kip in water gekookt [N 37 (1971)] III-2-3
soepterrine soepterrine: sopterrien (Leuken), soͅptrin (Leuken) soepterrine [N 20 (zj)] III-2-1
soepvlees soepenvlees: soppevleîs (Leuken) soepvlees III-2-3
sok sok: ich loup altiet op mien zokkə. Mien vrouw striktj dər mich altiet weer noe veut aan (Leuken) Sokken. Ik loop altijd op mijn sokken als ik thuis ben. Mijn vrouw breit er telkens weer nieuwe voeten aan. [DC 39 (1965)] III-1-3
soldaatjes krapjes: krepkes (Leuken), Syst. WBD Wel van vlees.  krepkes (Leuken), paardjes: uitsluitend mv.  pertjes (Leuken), soldaatjes: Uitsluitend verklw.  suldäötjes (Leuken) gebakken stukjes brood || stukjes geroosterd brood of blokjes spek, die in de erwtesoep werden gedaan || Stukjes geroosterd of in boter of vet gebakken brood (krepkes?) [N 16 (1962)] || uitgebakken stukjes spek, ook kleine stukjes geroosterd brood bij erwtensoep III-2-3
solderen solderen: sǫldiǝrǝ (Leuken) Twee of meer metalen delen door middel van soldeersel met elkaar verbinden. Het soldeersel is een metaal of een legering waarvan het smeltpunt lager ligt dan dat van de te verbinden metalen. Het wordt tijdens het solderen met behulp van een soldeerbout, een soldeerlamp, etc. verhit en vloeibaar gemaakt. De te verbinden vlakken worden vóór het solderen met een vloeimiddel gereinigd om het hechten van het soldeersel te vergemakkelijken en om oxidatie van het te solderen materiaal tegen te gaan. Zie ook het lemma "hardsolderen". [N 64, 28a; N 100, 19; L 7, 12; monogr.; N 33, 194 add.] II-11
sorteermachine aardappelenmolen: ɛrǝpǝlmø̄lǝ (Leuken), sorteermolen: sǫrtērmø̄lǝ (Leuken) Het toestel bestaande uit enkele schuddende zeven met gaten van verschillende afmetingen waar de aardappelen overheen worden geleid en naar grootte gesorteerd. [N 12, 32] I-5
sorteren met de hand omrapen: ømrāpǝ (Leuken) Vroeger werden vaak de grote van kleine aardappelen gescheiden bij het rapen zelf op het veld; zie de toelichting bij het lemma Aardappelmand. Tegenwoordig worden de aardappelen op de boerderij gesorteerd; niet meer met de hand maar met een sorteermachine. Zie het lemma Sorteermachine. [N 12, 31; JG 1a, 1b gedeeltelijk, 1c, 2c; monogr.] I-5