e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiefzoon stiefzoon: Ospel  steegzoón (Leuken) stiefzoon III-2-2
stiekem eten moffelen: móffele (Leuken) ergens stilletjes zitten te eten III-2-3
stijf van vingers en handen scheef: scheif (Leuken) stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)] III-1-2
stijfkop knotskop: knótskop (Leuken), moeskop: mooskop (Leuken), neetoor: neetoeër (Leuken), stekel: stiechel (Leuken), stijfvreter: stiêfvrieëteer (Leuken) stijfkop || stijfkop, koppig persoon III-1-4
stijve mortel droge spijs: drø̄x [spijs] (Leuken) Metselmortel waar weinig water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9
stoel stoel: stōl (Leuken) stoel III-2-1
stoelpoot stumper: stø.mpər (Leuken) poot van stoel III-2-1
stof, zandx muf: mouf (Leuken), pof: póf (Leuken), stof: stoeëf (Leuken), BNO.  stoôf (Leuken) rul zand, stuifzand, stof || stof in het huishouden III-4-4
stofblik blik: bleͅk (Leuken) stofblik III-2-1
stofdoek stoflap: stūəflap (Leuken) stofdoek III-2-1