e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
vliegend ongedierte gewormt: WLD (met aantekeningen)  gewörmtj (Leuken) vliegend gedierte [N 26 (1964)] III-4-2
vliegennet vliegenlaken: vlēgǝlākǝ (Leuken), vliegennet: vlēgǝnɛt (Leuken) Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10
vliegenraam, hor hortje: hoͅrtjə (Leuken, ... ) sierhor voor raam || vliegengaas, hor III-2-1
vlier vlierenstruik: flierestroêk (Leuken) vlierstruik III-4-3
vlik vlik: vlek (Leuken) Een dun afgestoken stukje veen of heigrond of een zode van buntgras met losse turf vermengd. Vergelijk het lemma ''heiturf''. [N 27, 39h; I, 37] II-4
vlikken steken vlikken steken: vlekǝ stɛ̄kǝ (Leuken) Steken van vlikken en graszoden of heilappen losmaken. [N 27, 39g; N 27, 1; N 27, 1 add.; I, 38] II-4
vlinder reipstaart: reipstert (Leuken), snuffelter: snuffelter’ (Leuken) vlinder III-4-2
vlo (enk.) mensenvlo: WLD (met aantekeningen)  minsevlooaj (Leuken), vlo: vloeëj (Leuken), WLD (met aantekeningen)  vlooaj (Leuken) mensenvlo [N 26 (1964)] || vlo || vlo (znw enk) [foekket, zjwarte riejer] [N 26 (1964)] III-4-2
vlo (mv., fon.) vleui: WLD (met aantekeningen)  vleuuj (Leuken) vlo (znw mv) [N 26 (1964)] III-4-2
vloeiweide wetering: wetering (Leuken) Weiland, laag gelegen en zodanig aangelegd dat van tijd tot tijd kunstmatige bevloeiing kan plaatsvinden. [N 14, 58] I-8