19537 |
zachtharige bezem |
haren bezem:
haore bezem (L289b Leuken),
keerbezem:
kiərbiəsəm (L289b Leuken)
|
bezem, zachtharig, waarmee men binnenshuis stof bijeenveegt (veger) [N 20 (zj)] || zachte bezem
III-2-1
|
30194 |
zadeldak |
hollandse kap:
hǫlantsǝ kap (L289b Leuken)
|
Dak in de vorm van twee gelijkhellende, rechthoekige dakschilden, die in de nok samenkomen. [N 4A, 22; N 54, 170b; div.]
II-9
|
20307 |
zakgeld |
zakgeld:
zakgeld (L289b Leuken),
zakgeldj (L289b Leuken)
|
zakgeld (traktement, pree?) [N 21 (1963)] || zakgeld [traktement, pree?] [N 21 (1963)]
III-2-2, III-3-1
|
33678 |
zand, zandgrond |
zandgrond:
zantgront (L289b Leuken)
|
Zand is steenstof, een geologische formatie die uit losse, fijne korrels kwarts en glimmer bestaat. Zandgrond is de grondsoort die uit zand bestaat, en is lichte, niet zoʔn vruchtbare grond. Zavel bestaat voornamelijk uit zand met wat lichte klei. [N 27, 40; Wi 52; S 45; L 7, 61a; L 8, 103; N 11, 2f add.; N 18, add.; A 10, 4; Vld.; monogr.]
I-8
|
30152 |
zandsteen |
kunrader steen:
kønrādǝr stęjn (L289b Leuken),
zandsteen:
zantstęjn (L289b Leuken)
|
Natuurgesteente, bestaande uit zandvormige kwartskorrels die door een bindmiddel tot een vast geheel verbonden zijn. De kleur ervan kan zeer verschillend zijn. Zandsteen wordt onder meer gebruikt als bouwmateriaal. De 'Kunrader steen' wordt volgens de invuller uit L 427 gedolven in Kunrade bij Voerendaal. 'Crauberger' wordt ook Kunradersteen genoemd en ontleent zijn naam aan het gehucht Crauberg onder Klimmen waar de steengroeven liggen. [N 30, 55c; N 30, 55d; N 30, 55g; N 30, 56]
II-9
|
24283 |
zanglijster, lijster |
klijster:
kliêster (L289b Leuken)
|
lijster
III-4-1
|
19560 |
zeef |
zeef:
zeef (L289b Leuken)
|
zeef in het algemeen [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33142 |
zeef in de wanmolen |
zeef:
zēf (L289b Leuken)
|
De zeef, in de vorm van een rooster, waarop de nog met graanafval vermengde korrels in de wanmolen vallen. Naar gelang de grootte van de korrel onderscheidt men wel de tarwezeef, de haverzeef, enz. In dit lemma gaat het alleen om het tweede deel van dergelijke samenstellingen; alleen wanneer een dergelijke samenstelling opponeert met de benaming voor de zandzeef (zie het lemma ''zandzaaf, onderste zeef in de wanmolen'', 6.3.8) is deze hier opgenomen. [N 14, 45a; JG 1a, 1b, 2c; monogr.]
I-4
|
24400 |
zeelt |
louw:
vis
law (L289b Leuken)
|
zeelt (vis)
III-4-2
|
19472 |
zeemlap |
zeem:
zīəm (L289b Leuken),
zeemlap:
zīəmlap (L289b Leuken)
|
zeem
III-2-1
|