24288 |
zwarte roodstaart |
teerputtertje:
ter’pötterke (L289b Leuken)
|
zwarte roodstaart
III-4-1
|
19541 |
zwavelstok |
zwegeltje:
(de tegenwoordige lucifers)
zwegelkes (L289b Leuken)
|
zwavelstokken, de vroegere lucifers (zwevelstok, -stek, sollefert, solverstekske) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
33995 |
zweep |
gesel:
gęi̯sǝl (L289b Leuken)
|
Voorwerp om het paard aan te drijven, bestaande uit een steel (cf. lemma Steel) en een snoer (cf. lemma Snoer). [JG 1a, 1b, 2b, 2c; L 8, 141; L 14, 31; L B2, 244; N 13, 94; S 47; Wi 5, 10; monogr.]
I-10
|
18056 |
zweet |
zweet:
zweit (L289b Leuken)
|
zweet [N 10 (1961)]
III-1-2
|
30102 |
zwemstenen |
poreuze stenen:
pǝrø̄zǝ stęjn (L289b Leuken)
|
Zwemstenen of drijfstenen zijn benamingen voor een zeer lichte kunststeen, vervaardigd uit puimsteengruis (bimszand) en hydraulische kalk. Het gruis wordt daartoe met ongeveer 1/9 van zijn gewicht aan waterkalk dooreengemengd. Dit mengsel wordt in ijzeren vormen geschept, beklopt en, van de vormen ontdaan, op rekken te drogen gezet. Na enige dagen worden de stenen op hopen gezet en na enige maanden zijn zij gereed voor gebruik. Zwemstenen worden hoofdzakelijk voor binnenwerk gebruikt en isoleren dankzij hun grote poreusheid goed warmte en geluid. 'Ytong' en 'Poriso' zijn merknamen. [N 30, 54e]
II-9
|
32841 |
zwenghout, spoorstok |
koppel:
kǫpǝl (L289b Leuken)
|
Het dwarshout waaraan van voren de strengen of trekkettingen van het paard bevestigd zijn en dat van achteren aan een akkerwerktuig (ploeg, eg, e.d.) gekoppeld is. Zie afb. 98. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; JG 2b-4, 3; N 11, 34a; N 11A, 103 + 103e; N 17, 69a add.; L 34, 11 add.; L 49, 26 add.; A 30, 26 add.; G 1, 26 add.; div.; monogr.]
I-2
|
28506 |
zwerm |
zwerm:
zwɛ̄rm (L289b Leuken)
|
Het geheel van bijen met koningin dat de korf of kast verlaat. Een zwerm bestaat doorgaans uit een koningin, 10- tot 20-duizend werkbijen en een paar honderd darren. Zij zullen een nieuwe woning gaan zoeken. [N 63, 29d; S 3; L 1a-m; JG 1a+1b; Ge 37, 100; A 9, 6; monogr.]
II-6
|
24292 |
zwerm vogels |
klocht:
troep vogels
klócht (L289b Leuken)
|
zwerm, vlucht
III-4-1
|
18005 |
zweten |
zweten:
zweite (L289b Leuken)
|
zweten [N 10a (1961)]
III-1-2
|
20689 |
zwezerik |
soepietjes:
Uitsluitend verklw, Uitsluitend mv.
sepietjes (L289b Leuken)
|
zwezerik
III-2-3
|