e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leuken

Overzicht

Gevonden: 2725
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
geknipt werk snijwerk: sniwɛrǝk (Leuken) Wijze van voegen waarbij de voegen eerst met fijne witte specie worden volgezet en vervolgens langs de kanten met een voegijzer of mesje schuin worden afgesneden. Geknipt werk vervaardigen noemde men in L 163 'knippen' ('knepǝ') of 'snijden' ('snejǝ'), in K 353 'bovenop voegen' ('bōvǝnup ˲vugǝ'). [N 32, 34d; N 32, 35a; N 32, 35c; monogr.] II-9
geknotte wilg soets: soêts (Leuken) knotwilg III-4-3
gekookte hersens harsslag: Syst. WBD  hersslaag (Leuken) Gekookte hersens (frikkedellen, sepieten?) [N 16 (1962)] III-2-3
gekraagde roodstaart wijntemper: wiêntêmper (Leuken) tapuit, gekraagde roodstaart III-4-1
gekruld haar gekruld haar: gekroltj (Leuken) gekruld haar [N 10 (1961)] III-1-1
geld geld: geldj (Leuken), spanen: spaon (Leuken) Geld in het algemeen; hierbij ook graag allerlei uitdrukkingen [geld, sens, poen, swis, oorden enz.] [N 21 (1963)] III-3-1
gelderse roos balroos: viburnum opulus  bâlroeës (Leuken) balroos, sneeuwbal III-4-3
gele ganzebloem goudbloem: goutbloom (Leuken) gele ganzebloem III-4-3
gele lupine boontjes: bø̄nkǝs (Leuken), lupinen: ly`pīnǝ (Leuken) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele narcis paasbloem: paosbloem (Leuken) narcis III-4-3