20363 |
heeroom |
heeroom:
hieëroeëme (L211p Leunen)
|
heeroom
III-2-2
|
20249 |
heerzoon |
heerzoon:
hieërzoeën (L211p Leunen)
|
heerzoon
III-2-2
|
18015 |
hees, schor |
hees:
hesch (L211p Leunen)
|
hees [SGV (1914)]
III-1-2
|
24168 |
heggenmus |
blauwpietje:
prunella modularis
blaowpietje (L211p Leunen),
schrijver:
prunella modularis; ook wel: bastaard nachtegaal
schriēver (L211p Leunen)
|
heggemus
III-4-1
|
19758 |
heggenschaar |
heggenschaar:
heggeschieër (L211p Leunen)
|
hegschaar
III-2-1
|
25954 |
hegmulder |
hegmulder:
hexmøldǝr (L211p Leunen)
|
Rondtrekkende molenaar of molenaarsknecht die in de molen diverse werkzaamheden uitvoert. [N O, 40b; A 42 A, 50 add.; N O, 40g]
II-3
|
19539 |
heibezem |
heibezem:
haejbessem (L211p Leunen),
meest linkse
haejbessem (L211p Leunen)
|
bezem (soorten) [DC 15 (1947)] || straatbezem gemaakt van de takken van de heidestruik
III-2-1
|
23208 |
heilig |
heilig:
hellig (L211p Leunen)
|
heilig [SGV (1914)]
III-3-3
|
26741 |
heizicht, heizeis |
heidezicht:
hętzext (L211p Leunen)
|
Gereedschap om hei te maaien. In dit lemma zijn verwerkt de gegevens van de enqu√™tevraag naar ''de zeis om hei te maaien'' (I, 26b) en de vraag naar ''de zeis speciaal voor hei te maaien en russen te steken'' in N 18, vraag 77. Van Vessem wijst op pag. 99 ook al op het probleem dat veel informanten de zicht- en zeisbenamingen door elkaar heen gebruiken, omdat de overeenkomst tussen beide werktuigen erg groot is. Ook in dit lemma komen de zicht- en zeisbenamingen door elkaar heen voor. Men mag er niet van uitgaan dat de verschillende woordtypen steeds hetzelfde gereedschap aanduiden. Gemeenschappelijk is welde gebruiksmogelijkheid van dit gereedschap, namelijk om er hei mee te maaien. Een verschil tussen heizicht en heizeis kan zijn dat de heizicht twee handvaten heeft, terwijl de heizeis één handvat heeft. Het blad van de heizicht kan ook kleiner zijn en vooral korter dan dat van de heizeis.' [N 18, 77; I, 26b]
II-4
|
26734 |
heizode |
bult:
bølt (L211p Leunen)
|
Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.]
I-8
|