33842 |
kwaadaardig roepen |
grunselen:
grønsǝlǝ (L211p Leunen)
|
[N 8, 47 en 67]
I-9
|
19314 |
kwaadspreekster |
klappei:
klappei (L211p Leunen)
|
klappei [SGV (1914)]
III-1-4
|
18981 |
kwaadspreker |
kwaadspreker:
met lengteteken op de tweede a
kwoadspräker (L211p Leunen)
|
kwaadspreker [SGV (1914)]
III-1-4
|
17983 |
kwaal |
kwaal:
kwo:l (L211p Leunen)
|
kwaal [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
24201 |
kwartel |
kwartel:
kwartel (L211p Leunen)
|
kwartel [SGV (1914)]
III-4-1
|
32254 |
kwast, noest |
kwast:
kwãst (L211p Leunen),
noest:
nust (L211p Leunen)
|
Een onregelmatigheid in de houtstructuur van een boom. Kwasten ontstaan op plaatsen waar zich een tak bevindt of heeft bevonden. Zie ook afb. 204. Vgl. voor het woordtype aast ook het Hgd. Ast. [N E, 1; N 50, 76f; N 75, 97a-b; monogr.]
II-12
|
24880 |
kweek |
puin:
päön (L211p Leunen),
puinen:
pø̜̄nǝ (L211p Leunen),
-
pööne (L211p Leunen)
|
Elymus repens (L.) Gould Zeer algemeen voorkomend hardnekkig onkruid op gras- en bouwland en op akkerranden, dat er grasachtig uitziet met een rechtopstaande aar en donker- tot grijsgroen blad. Het bloeit van juni tot augustus. De lengte varieert van 30 tot 120 cm. Het is een lastig kruipend onkruid met veel onderaardse wortelstokken, die wel als veevoeder gebruikt worden. De boer verwijdert het met de eg uit de akker. Deze plant is ook wel bekend onder de oude naam kweekgras of tarwegras (Triticum repens L.). Zie in verband met de vele puin-opgaven de speciale bibliografie onder Goossens 1985; 1987 en 1988, 109-126. [N 11, 71; JG 1a, 1b, 2c; A 27, 24b; A 28, 10; A 29, 6 en 9; A 33, 17; L 34, 52; L 48, 18; Lu 2, 18; Lu 4, 9; S 20; monogr.; add. uit N 11, 70, 72, 80a en 88] || kweek (Agropyrum repens) [DC 26 (1954)] || kweekgras
I-5, III-4-3
|
33552 |
kweepeer |
kweepeer:
cydonia vulgaris
kweejpaer (L211p Leunen)
|
schijnvrucht
I-7
|
21344 |
kwellen |
kwellen:
kwellen (L211p Leunen)
|
kwellen [SGV (1914)]
III-3-1
|
25338 |
kwikken, op de hand wegen |
kwikken:
schatten van het gewicht door het op te tillen
kwikke (L211p Leunen),
punderen:
schatten van het gewicht door het op te tillen
pundere (L211p Leunen)
|
kwikken, op de hand wegen
III-4-4
|