e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
overgrootmoeder overgrootmoeder: aovergrótmoēder (Leunen), aovergrötmoēder (Leunen) overgrootmoeder III-2-2
overgrootvader overgrootvader: aovergrótvader (Leunen), aovergrötvader (Leunen) overgrootvader III-2-2
overhoekse stand andrieskruis: andriskrys (Leunen), feeststand: fiǝststant (Leunen) De stand van de roeden in de vorm van de letter x. In l 211 dienden de roeden daarbij geen zeilen te dragen. Zie ook afb. 1 en 5. In l 164 betekende de overhoekse stand ø̄feestø̄, ø̄volksfeestø̄ of ø̄bruiloftø̄ (brølǝft), terwijl in l 330 bij een dergelijke stand bij een feest vlaggen aan de wieken werden bevestigd. Bovendien werden de roeden in de overhoekse stand geplaatst als de molen niet in werking was. Achter de plaatscode is tussen ronde haken de betekenis van de stand in de betreffende plaats vermeld. Daaruit blijkt dat de standen en hun betekenis erg verschillend kunnen zijn. [N O, 8a; N O, 8e] II-3
overige erwten en bonen hauwtjes: kleine erwt met best  haawke (Leunen) erwt, soort I-7
overmalen overmalen: ōǝvǝrmālǝ (Leunen) Voor de tweede maal hetzelfde materiaal malen. [N O, 36d] II-3
overmouwen bindmouwen: bīndmǫu̯ǝ (Leunen) De aflegger, en ook de binder (zie paragraaf 4.6), beschermde zijn armen tegen de stekende en snijdende halmen door er overmouwen overheen te schuiven. Vaak zijn het een paar oude kousen waarvan de teenstukken zijn afgeknipt; vandaar het type strompen: (afgesneden) kousen. [N 15, 54; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
overrijp, beurs buikziek: boekziēk (Leunen) beurs, overrijp I-7
overtuigd overtuigd: ŏvertuugd (Leunen) overtuigd [SGV (1914)] III-1-4
overtuigen overtuigen: ovvertūge (Leunen), ŏvertūge (Leunen) overtuigen [SGV (1914)] III-1-4
overwelven verwelven: vǝrwølǝvǝ (Leunen) Een ruimte overwelven met behulp van één gewelf. 'Dalles' in het woordtype 'dalles leggen' (Q 3) is de benaming voor een soort holle bakstenen die voor vloeren worden gebruikt. De stenen worden op de bouwplaats tot vloerelementen verwerkt en na verharding op de bouwmuren gelegd. Zij geven een vlakke overdekking. Zie ook het lemma 'Holle steen' in wld ii.8, pag. 71. [N 32, 22a; monogr.] II-9