e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
snor knevel: kne:vəl (Leunen), snorbaard: snorbaard (Leunen) snor (knevel) [DC 01 (1931)] || snorbaard [SGV (1914)] III-1-1
snot snot: snot (Leunen) Coryza avium contagiosa of snot is een verkoudheid, gepaard gaande met neusvloeiing. De kippen hebben zwarte natte neuzen, ze niezen en de ademhaling kan bemoeilijkt zijn. De ogen zijn vochtig; de leg is teruggelopen en de eetlust is verminderd. Snot als alleenstaande ziekte is niet zo ernstig, meestal gaat snot gepaard met andere ademhalingsziekten. [N 19, 64; monogr.] I-12
snotneus kwajong: kwojjòng (Leunen), snotbel: snótbel (Leunen), snotblaag: snótblaag (Leunen), snothannik: snòthánnek (Leunen), snotkuiken: snòtkuke (Leunen), snotneus: snòtneus (Leunen), snótneus (Leunen), snotpiemel: snòtpiemel (Leunen), snotpierik: snótpirk (Leunen) kleine jongen met veel praatjes || kwajongen, rekel, snotneus || kwajongen, snotneus || snotaap, snotjongen || snotneus [snooterbel, sjoetsnaas] [N 06 (1960)] || snotneus, snotjongen III-1-4
snuiftabak snuiftabak: snuūftebák (Leunen) snuiftabak III-2-3
snuit snuit: snuut (Leunen, ... ), snyt (Leunen) [N 19, 25; N 76, 11; L 7, 8; JG 1a]Snuit [SGV (1914)] I-12, III-1-1, III-4-2
soda soda: zōda (Leunen) de witte stof, die door kruideniers en drogisten wordt verkocht in poedervorm en die gebruikt wordt om de was uit te koken, om hard water zacht te maken en in een bad waarvan men b.v. een zwerende vinger onderdompelt? (soda) [DC 15 (1947)] III-2-1
soep soep: soep (Leunen), Dat is nog s suupke: Dat is soep van goede kwaliteit/Goede vloeibare kost De soep wert nie zó hét ge-aete, as ze wert òpgedi‰nd  soep (Leunen) soep [SGV (1914)] III-2-3
soepgroente soepengroen: soepegruūn (Leunen) soepgroente III-2-3
soepterrine soepterrine: soeptrien (Leunen) soepterrine III-2-1
soepvlees soepenvlees: soep(e)vlaes (Leunen) soepvlees III-2-3