| 30099 |
spouwanker |
spouwijzer:
[spouw]izǝr (L211p Leunen)
|
Haak van messing of gegalvaniseerd ijzer die de binnen- en de buitenspouwmuur met elkaar verbindt. In L 210 werd om de zeven steenlagen een spouwanker bevestigd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(spouw)-' het lemma 'Spouw'. [N 31, 35e; monogr.]
II-9
|
| 30257 |
spouwlat |
spouwlat:
[spouw]lat (L211p Leunen)
|
Lat die tegen de muurzijde van de stijl wordt geslagen en in de spouw past. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(spouw)-' het lemma 'Spouw'. [N 55, 15; N 32, 11b; monogr.]
II-9
|
| 30097 |
spouwmuur |
spouwmuur:
spǫw[muur] (L211p Leunen)
|
Muur die bestaat uit twee evenwijdige, door een smalle luchtruimte van elkaar gescheiden muurdelen. De spouw dient om het inwendige van een huis tegen temperatuursveranderingen en tegen vocht te beschermen. Ter ventilering van de spouw brengt men in de muur op regelmatige afstanden roosters aan. Een spouwmuur kan bestaan uit twee halfsteensmuren of een steensmuur en een halfsteensmuur. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '-(muur)' het lemma 'Muur'. [N 31, 35a; monogr.]
II-9
|
| 24249 |
spreeuw |
spraan:
spraon (L211p Leunen),
sproan (L211p Leunen)
|
spreeuw [SGV (1914)]
III-4-1
|
| 21352 |
spreken, praten |
praten:
praote (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
proate (L211p Leunen),
spreken:
met lengteteken op de a
spräke (L211p Leunen)
|
praten [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || spreken [SGV (1914)] || spreken; ik versta jullie niet, jullie moeten een beetje harder - [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
| 24382 |
sprinkhaan |
koolspringer:
sprinkhaan (meer kolspringer)
kolspringer (L211p Leunen),
sprinkhaan:
sprinkhaan (L211p Leunen),
sprinkhannek:
sprinkhánnek (L211p Leunen)
|
sprinkhaan [SGV (1914)]
III-4-2
|
| 17591 |
sproeten |
sproetelen:
sproetels (L211p Leunen)
|
sproet(en) [SGV (1914)]
III-1-1
|
| 17915 |
sprokkelen |
sprokkelen:
sprokkele (L211p Leunen)
|
sprokkelen [SGV (1914)]
III-1-2
|
| 21007 |
spruiten |
spruitjes:
spruutjes (L211p Leunen)
|
spruitkool, spruiten als gerecht [N Q (1966)]
III-2-3
|
| 33637 |
spruitkool, spruitje |
spruiten:
sprute (L211p Leunen),
spruut (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
spruitje:
spruutjes (L211p Leunen)
|
[N Q (1966)]spruit || spruiten [SGV (1914)] || spruitkool
I-7
|