id | Begrip | Trefwoord: dialectopgave (plaats) | Omschrijving |
---|---|---|---|
34348 | vlekziekte | brand: brɛnt (Leunen) | Vlekziekte wordt veroorzaakt door een bacterie. De ziekte gaat gepaard met hoge koorts; op de huid tekenen zich rode en soms donkerblauwe vierkante of ruitvormige vlekken af (WBD I.6, blz. 854). [N 19, 27a; N 19, 27b; N 52, 19; N 76, 57; A 48a, 32; monogr.] I-12 |
22154 | vleugel | vlerk: vlaerk (Leunen) | vleugel, vlerk III-4-1 |
33141 | vleugels in de wanmolen | vleugels: vlø̄gǝls (Leunen) | De schuingeplaatste plankjes die op een as zijn gemonteerd die wordt aangedreven, waardoor er een windstroom ontstaat, in de wanmolen. [N 14, 45b; JG 1a, 1b, 2c; monogr.] I-4 |
33986 | vliegennet | vliegennet: vlīgǝnęt (Leunen) | Fijnmazig net dat over een ingespannen paard wordt gehangen om het tegen vliegen te beschermen. [JG 1a, 1b, 2a, 2b; N 13, 82a] I-10 |
19452 | vliegenraam, hor | gaasraam: gaasraam (Leunen), vliegenhortje: vliēgehörtje (Leunen) | hor || vliegenhorretje III-2-1 |
22375 | vlieger | vlieger: vlīēger (Leunen) | vlieger (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2 |
24499 | vlier | vlier: fliēr (Leunen), vlierenhout: fliērehaolt (Leunen), vlierenstruik: vliērestroek (Leunen) | vlier (boom, struik || vlierboom, vlierstruik || vlierenhout III-4-3 |
24505 | vlierbes | vlierkral: fliērkral (Leunen), vliērkral (Leunen) | vlierbes III-4-3 |
24620 | vliermerg | vlierenmerg: vliēremaerg (Leunen) | vlierboom: het merg III-4-3 |
24392 | vlinder | vlinder: vlinder (Leunen, ... ) | vlinder [SGV (1914)], [ZND 18G (1935)] III-4-2 |