33138 |
breeddorser |
breeddorser:
brēǝdǫrsǝr (L211p Leunen)
|
Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
18786 |
breien |
breien:
breije (L211p Leunen)
|
breien [SGV (1914)]
III-1-3
|
33710 |
breken van leem- of koffiebanken |
breken:
brēkǝ (L211p Leunen)
|
Het breken van leembanken of de donkerbruine, harde laag in zandige grond, de koffiebank genaamd. Dit deed men met een schop, een hak of een bepaald soort ploeg. [N 27, 13a; N 27, 13b]
I-8
|
26589 |
breken, snijden |
breken:
brę̄kǝ (L211p Leunen),
schroten:
schroten (L211p Leunen)
|
De bewerking die de graankorrel ondergaat op het snijvlak van de molensteen. Zie ook het lemma ɛbreken, plettenɛ. Het betreft daar het grof malen van haver met behulp van de haverpletter.' [N O, 36c; Vds 189]
II-3
|
17804 |
brengen |
brengen:
brenge (L211p Leunen)
|
brengen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18099 |
breuk |
breuk:
breuk (L211p Leunen)
|
breuk [SGV (1914)]
III-1-2
|
23316 |
brevier |
brevier (<lat.):
brevier (L211p Leunen)
|
brevier [SGV (1914)]
III-3-3
|
21250 |
brief |
brief:
brīēf (L211p Leunen)
|
brief [SGV (1914)]
III-3-1
|
19419 |
briket |
briket:
brekét (L211p Leunen)
|
briket
III-2-1
|
34499 |
broeden, op eieren zitten |
broeden:
brui̯ǝ (L211p Leunen),
uitbroeden:
ytbrui̯ǝ (L211p Leunen)
|
[N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.]
I-12
|