e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
breeddorser breeddorser: brēǝdǫrsǝr (Leunen) Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
breien breien: breije (Leunen) breien [SGV (1914)] III-1-3
breken van leem- of koffiebanken breken: brēkǝ (Leunen) Het breken van leembanken of de donkerbruine, harde laag in zandige grond, de koffiebank genaamd. Dit deed men met een schop, een hak of een bepaald soort ploeg. [N 27, 13a; N 27, 13b] I-8
breken, snijden breken: brę̄kǝ (Leunen), schroten: schroten (Leunen) De bewerking die de graankorrel ondergaat op het snijvlak van de molensteen. Zie ook het lemma ɛbreken, plettenɛ. Het betreft daar het grof malen van haver met behulp van de haverpletter.' [N O, 36c; Vds 189] II-3
brengen brengen: brenge (Leunen) brengen [SGV (1914)] III-1-2
breuk breuk: breuk (Leunen) breuk [SGV (1914)] III-1-2
brevier brevier (<lat.): brevier (Leunen) brevier [SGV (1914)] III-3-3
brief brief: brīēf (Leunen) brief [SGV (1914)] III-3-1
briket briket: brekét (Leunen) briket III-2-1
broeden, op eieren zitten broeden: brui̯ǝ (Leunen), uitbroeden: ytbrui̯ǝ (Leunen) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12