24983 |
bros, breekbaar |
bros:
bros (L211p Leunen)
|
bros [SGV (1914)]
III-4-4
|
25657 |
brouwen |
brouwen:
brǫwǝ (L211p Leunen)
|
Bier bereiden. Quicke (pag. 72) geeft de volgende omschrijving: "Van bier, het mout beslaan, het wort klaren, hoppen en koken; bier vervaardigen. [S 5; L 1a-m; L 22, 27a; monogr.]
II-2
|
25658 |
brouwer |
brouwer:
brǫwǝr (L211p Leunen)
|
De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.]
II-2
|
21169 |
brug |
brug:
brug (L211p Leunen)
|
brug [SGV (1914)]
III-3-1
|
20386 |
bruid |
bruid:
bruud (L211p Leunen, ...
L211p Leunen),
brüd (L211p Leunen)
|
bruid [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
20387 |
bruidegom |
bruidegom:
brudegòm (L211p Leunen),
O(ud) V(enraays)
bruujegòm (L211p Leunen),
bruigom:
brugem (L211p Leunen),
brügom (L211p Leunen)
|
bruidegom [DC 05 (1937)], [SGV (1914)]
III-2-2
|
20389 |
bruidsjapon |
bruidskleed:
bruudsklieëd (L211p Leunen),
bruiloftskleed:
brullefsklieëd (L211p Leunen),
trouwkleed:
trowklieëd (L211p Leunen)
|
bruidsjurk || bruidskleed || bruiloftskleed
III-2-2
|
20371 |
bruidsmeisje |
bruidsmaagdje:
bruudsmegje (L211p Leunen)
|
bruidsmeisje
III-2-2
|
20385 |
bruidspaar |
bruidspaar:
bruudspaar (L211p Leunen)
|
bruidspaar
III-2-2
|
20372 |
bruidssluier |
bloementoer:
gemaakt van kant/tule en veel kunstbloemen speciaal gedragen door jonge vrouwen en de bruid"; cf. VD fr. "atour
bloementoēr (L211p Leunen)
|
tooi voor bruid
III-2-2
|