e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leunen

Overzicht

Gevonden: 3656
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
droogstaan droogstaan: (de koe) støt drø̄x (Leunen) Geen melk meer geven. [N 3A, 72b; JG 1a, 1b] I-11
droogte droogte: (mv.: drögtes).  drögt (Leunen) droogte III-4-4
drop dropje: Van de ieën sort dröpkes kunde zat werre, van de ândere sort kunde t zat van kri‰ge  dröpke (Leunen), sap: sáp (Leunen), sapriem: sápriēm (Leunen), sapstaaf: sápstaaf (Leunen) dropje || dropstaaf, laurierdrop || dropveter || verzamelnaam voor drop III-2-3
dropwater suikerpek: soekerpaek (Leunen), zoetepek: schuumke trekke  zūtepaek (Leunen) dropwater van de dokter || vloeistof waarin (laurier)drop opgelost is als snoepgoed III-2-3
dropwater maken schuimpje trekken: een stukje laurierdrop wordt in een flesje gedaan. Bij voldoende drop en flink schudden onstaat bovenop het dropwater een laag schuim. door de hals van de fles wordt dit vervolgens opgezogen.  schuumke trekke (Leunen) schuim zuigen III-2-3
druilerig en koud weer miezerig (weer): miēzereg (Leunen), nat (weer): enne natte zomer (Leunen, ... ), nat (Leunen), nát (Leunen), regenachtig (weer): raegenaechteg (Leunen), wakweer: met lengteteken op de tweede a  wak wär (Leunen), wreed koud: vrieëj (Leunen) koud, nat en winderig || nat [DC 02 (1932)], [SGV (1914)] || natte [een ~ zomer] [SGV (1914)] || regenachtig || vochtig, nat weer || wak weer [SGV (1914)] || zomer [een natte ~ ] [SGV (1914)] III-4-4
druipen van de regen druipen: met een lengteteken op de a  heej droop van de rägen (Leunen), heej druupt van de rägen (Leunen), met lengteteken op de a  heej droop van den rägen (Leunen), heej druupt van den rägen (Leunen), druppen: drupe (Leunen) droop hij ~ van den regen [SGV (1914)] || druipen [SGV (1914)] || druipt [hij ~ van den regen] [SGV (1914)] || regen [hij droop van den ~ ] [SGV (1914)] || regen [hij druipt van den ~] [SGV (1914)] III-4-4
druiventros druiventros: droēventros (Leunen), drōēvetrōs (Leunen) druiventros [SGV (1914)] I-7
drukte, gedoe ambras: mar.: fr. embarras  ámbras (Leunen), bohei (rh.): behaej (Leunen), ravage: revázzie (Leunen) drukte || drukte, rompslomp || opvallende bedrijvigheid III-1-4
druppel drupje: drúupke (Leunen), regendrup: (verkleinwoord: raegendröpke; meervoud: raegendröp).  raegendrop (Leunen) druppel water [dröp, dröppel] [N 07 (1961)] || regendruppel III-4-4