e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Leveroy

Overzicht

Gevonden: 489
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kleinkinderen kleinkind: kleinkindj (Leveroy, ... ), kleinkinder: kleinkinjər (Leveroy) kleinkind, kleinkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
kleinzoon kleinzoon: kleinzoon (Leveroy, ... ) kleinzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
kloven kenen: keene (Leveroy) kloven in de hand [kloove, klieve, sprunge, kreewe] [N 10 (1961)] III-1-2
knabbelen knabbelen: knabbele (Leveroy), knauwele (Leveroy) knabbelen [knibbele] [N 10 (1961)] III-2-3
kneu heikneuter: heikneuter (Leveroy), heivink: heivink (Leveroy, ... ), knuiter: knuitər (Leveroy), vlasvink: vlasvink (Leveroy) Hoe heet de kneu? [DC 06 (1938)] || kneu III-4-1
knie knie: knie (Leveroy) knie [DC 01 (1931)] III-1-1
knikkebenen kwakken: kwakke (Leveroy) lopen: met doorknikkende knieën lopen [kwakken] [N 10 (1961)] III-1-2
koolmees, mees bijmus: omdat ze de bijen wegpikken in de winter  bīēmös (Leveroy), bijmusje: biemuske (Leveroy) Hoe heet de koolmees? [DC 06 (1938)] III-4-1
koperwiek franse lijster: franse liester (Leveroy) koperwiek III-4-1
kopjeduikelen kuilekop schieten: koelekop sjeete (Leveroy) duikelen, voorover vallen [stulpe, stölpe] [N 10 (1961)] III-3-2