e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

Gevonden: 2000
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bietenmolen krotenmolen: krōtǝmø̄lǝ (Limbricht) Instrument om voerderbieten in brokken te malen zodat de beesten deze eten kunnen. [N 18, 108; add. uit N 5A, 34d] I-5
bietenplantjes uitdunnen afsplijten: āfšplitǝ (Limbricht) Uit de rijen jonge plantjes telkens enkele exemplaren weghalen zodat de overgebleven bietenplantjes meer ruimte krijgen om uit te groeien. Doorgaans wordt dit werk in twee fases gedaan. Eerst wordt met de schoffel of de hak op regelmatige afstanden de rij plantjes over de breedte van de schoffel onderbroken. Van de overgebleven groepjes wordt dan iets later alleen het beste plantje overgehouden; de andere worden met de hand uitgetrokken. Tegelijk wordt dat geselecteerde plantje extra aangezet. Intussen wordt, zoals op het aardappelveld, regelmatig onkruid gewied; zie de toelichting bij het lemma Aanaarden. Het object van de handeling is steeds bieten, bietenplantjes. [N 12, 45; N Q, 8; JG 1b; monogr.; add. uit N 15, 2] I-5
biggen werpen baggelen: bagǝlǝ (Limbricht) Biggen ter wereld brengen. [N 19, 13; JG 1a, 1b, 2c; monogr.; N C, add.] I-12
bij dekking bevrucht behouden: bǝhāu̯wǝ (Limbricht) De koe is in eerste instantie vermoedelijk bevrucht, als de volgende tochtigheid uitblijft. Na verloop van tijd kan men constateren dat ze drachtig is geworden. [N 3A, 32a] I-11
bij handslag verkopen onderling verkopen: Opm. onderhandse verkoping = ôngerhansje verkoup.  ôngerling verkoupe (Limbricht) handslag, Iets bij ~ verkopen [N 21 (1963)] III-3-1
bijgooier aanreiker: ǭnręi̯kǝr (Limbricht), bijsmijter: bīšmītǝr (Limbricht) De bijgooier is de tussenpersoon tussen de afsteker van de wagen en de tasser in de schuur. Zie de toelichtingen bij de lemma''s ''graan stapelen in de schuur'' (5.1.11) en ''afsteker'' (5.1.12). [N 15, 50; monogr.] I-4
biljet van duizend frank van duizend frank: van doezend frang (Limbricht) 1000 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van duizend gulden briefje van duizend: (breifke) van doezend (Limbricht) 1000 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van honderd frank van honderd frank: van hônderd frang (Limbricht) 100 franc, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1
biljet van honderd gulden briefje van honderd: (breifke) van hônderd (Limbricht) 100 gulden, een biljet van ~ [N 21 (1963)] III-3-1