e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
stiefkinderen stiefkinder: schteifkeinjer (Limbricht) stiefkinderen [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefmoeder stiefmoeder: schteifmooder (Limbricht) stiefmoeder [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefouders stiefouders: schteifauwesch (Limbricht) stiefouders [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefvader stiefvader: schteifvader (Limbricht) stiefvader [DC 05 (1937)] III-2-2
stiefzoon stiefzoon: schteifzoon (Limbricht) stiefzoon [DC 05 (1937)] III-2-2
stiekem filou-etig: fieloaretig doon (Limbricht) heimelijk, stiekem, in het geniep [stilles] [N 07 (1961)] III-1-4
stier duur: dȳr (Limbricht) Mannelijk, niet gecastreerd rund. [JG 1a, 1b; A 4, 12; Gwn V, 1; L 7, 46; L 14, 14; L 20, 12; R 3, 38; S 35; Wi 14; monogr.; add. uit N 3A, 15] I-11
stijf van vingers en handen stijf: sjtief (Limbricht) stijf, van vingers en handen gezegd [scheef] [N 10 (1961)] III-1-2
stof stub: stöp (Limbricht) stof [DC 23 (1953)] III-2-1
stoffen pantoffel slof: sjlóf (Limbricht) sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)] III-1-3