e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limbricht

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tulband bonte, een -: Syst. WBD  bôntj (Limbricht), tulband: Syst. WBD  tulbandj (Limbricht) Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)] III-2-3
tweede verkoping bieden (ww.): Opm. werten; beije = bieden.  dan wurd geboae (Limbricht) de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)] III-3-1
uienpannenkoek ajuinenkoek: Syst. WBD  unnekouk (Limbricht) Pannekoek met in schijven gesneden uien (oojekook?) [N 16 (1962)] III-2-3
uieren uieren: (de koe) ȳjǝrt (Limbricht), (de koe) ȳrt (Limbricht) Een zwellende uier krijgen in de draagtijd, gezegd van de koe. [N 3A, 35; A 9, 16; monogr.] I-11
uit (voetbal) uit: oet (Limbricht) (De bal is) uit. [DC 49 (1974)] III-3-2
uit de hand verkopen uit de hand verkopen: oet de handj verkoupe (Limbricht) Kleinigheden uit de hand verkopen [soelieje?] [N 21 (1963)] III-3-1
uitgeteld zijn uitgeteld zijn: (de koe is) ūtgǝtɛlt (Limbricht) De koe staat op het punt te gaan kalven. [N 3A, 43] I-11
uitglijden uitlitsen: oetlitsje (Limbricht), uitschampen: oetsjampe (Limbricht) uitglijden [ötschampe, uitslibbere, uitschuive] [N 10 (1961)] III-1-2
uitslag vertonend branderig: brɛnjǝrǝx (Limbricht) Gezegd van een varken dat lijdt aan de vlekziekte. [N 19, 27b] I-12
uitsliepen sliepuit doen: sjliep oet doon (Limbricht) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2