33605 |
enten |
gruffelen:
grøfələ (L434p Limbricht)
|
[RND 08]
I-7
|
24729 |
esdoorn |
es:
-
esj (L434p Limbricht)
|
gewone esdoorn [DC 69 (1994)]
III-4-3
|
20855 |
eten (ww.) |
eten:
ète (L434p Limbricht),
éétə (L434p Limbricht)
|
eten [DC 35 (1963)], [RND]
III-2-3
|
19519 |
etensketeltje |
henkelmann (d.):
inkeman (L434p Limbricht)
|
tweelingpannetje (voor soep en aardappelen) om eten naar arbeiders in het veld te brengen (hinkelman) [N 20 (zj)]
III-2-1
|
20719 |
etensresten |
orten:
Syst. WBD Maak gein aorte
aorte (L434p Limbricht)
|
Etensresten, overschotjes (orte?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
24143 |
europese kanarie |
girlits (du.):
geerlits (L434p Limbricht)
|
kanarie, Europese ~ (11,5 gelig-bruinig; heel kort bekje, gele stuit; nog niet lang hier op trek; nog zeldzaam; meest in Oost-Brabant; laatste tijd als bastaard * gewone kanarie in kooi; zang stelt niet veel voor, rinkelend [N 09 (1961)]
III-4-1
|
32843 |
evenaar, tweespanszwenghout |
dobbel warshout:
dǫbǝl [warshout] (L434p Limbricht)
|
De balans of het dubbele zwenghout is het dwarse verbindingsstuk tussen een (zwaar) akkerwerktuig en de beide zwenghouten van een tweespan. Zie afb. 99. Bij de betrokken woordtypen hieronder is in (d)wars e.d. steeds de a als klinker aangehouden, ook al beantwoordt aan de dialectvarianten meestal een type met e (dwerg e.d.) of ee (dweers e.d.). Voor het ''...''-gedeelte van sommige varianten zij verwezen naar het lemma ''zwenghout''. De daar onderscheiden typen eegdhaam, eeghaam, eghaam en hun varianten zijn in dit lemma door ''eghaam'' resp. ''eghaam'' gesubstitueerd. [JG 1b + 1c + 1d + 2c; N 11, 34b; N 11A, 104; N 13, 87 add.; N 17, 69b add.; div.; monogr.]
I-2
|
24144 |
fazant |
fazant:
fezant (L434p Limbricht)
|
fazant (83 bekende jachtvogel; hen bruin en kleiner dan de kleurige haan [N 09 (1961)]
III-4-1
|
21127 |
fiets |
fiets:
fits (L434p Limbricht)
|
fiets: Mn - is stuk, ik moet lopen [DC 35 (1963)]
III-3-1
|
31827 |
fijne blokschaaf |
poetsschaaf:
potššāf (L434p Limbricht)
|
Blokschaaf met dubbele beitel die wordt gebruikt om het hout zeer glad af te schaven. [N 53, 57; monogr.]
II-12
|