19667 |
tafel |
tafel:
tōͅfəl (Q104a Limmel)
|
tafel [SGV (1914)]
III-2-1
|
24727 |
takken (coll.) |
tak (mv.):
täk (Q104a Limmel)
|
takken (mv.) [SGV (1914)]
III-4-3
|
33632 |
takkenbos, bussel hout |
bussel:
bussel (Q104a Limmel)
|
takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)]
I-7
|
17760 |
tand |
tand:
tānd (Q104a Limmel)
|
tand [SGV (1914)]
III-1-1
|
17761 |
tanden |
tanden (mv.):
tan (Q104a Limmel)
|
tanden [SGV (1914)]
III-1-1
|
20357 |
tante |
tant:
tant (Q104a Limmel, ...
Q104a Limmel)
|
moei (tante) [SGV (1914)] || tante [SGV (1914)]
III-2-2
|
32980 |
tarwe |
tarwe:
tɛrǝf (Q104a Limmel)
|
Triticum L. Sinds de invoering van betere bemestingmethodes groeit de tarwe ook in de Kempen. Het woordtype koren is als nevenvorm opgegeven in: K 316, 317, 318, 360, L 286, 292, 313, 360, 416, P 45, 119, 175, 192, Q 10, 39 en 97; evenwel alléén in de omzetting van de uitdrukkingen "rogge wordt hoger dan tarwe" of "de tarwe groeit welig" en het kan derhalve niet als een gangbare benaming van de plant worden beschouwd en is zodoende ook niet in het lemma opgenomen. Zie ook de toelichting bij het lemma ''graan, koren'' (1.2.1). Zie afbeelding 1, e.' [JG 1a, 1b; L A1, 82; L 7, 75; L 15, 24; L 28, 33; L 34, 55b; L 35, 61; L lijst graangewassen, 7; S 37; Wi 52; Gwn 9, 2; NE 1, 2; monogr.; add. uit N 15, 1a]
I-4
|
17680 |
teen |
teen:
tien (Q104a Limmel),
tiene (Q104a Limmel)
|
teen [SGV (1914)] || tenen [SGV (1914)]
III-1-1
|
21208 |
telegram |
telegram:
telegram (Q104a Limmel)
|
telegram [SGV (1914)]
III-3-1
|