e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limmel

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
verkoper verkoper: verkuiper (Limmel) verkooper [SGV (1914)] III-3-1
verliezen verlieren: verleere (Limmel, ... ) verliezen [SGV (1914)] III-3-1, III-3-2
vernielen vernielen: verniele (Limmel) vernielen [SGV (1914)] III-4-4
verstandig verstandig: versjtändig (Limmel) verstandig [SGV (1914)] III-1-4
verstellen stukken: štø̜kǝ (Limmel) Een lap op de scheur in het kledingstuk naaien of het verstellen of oplappen. [N 62, 43a; N 62, 21b; Gi 1.IV, 50; S 36; MW] II-7
verstoppertje spelen verbergen spelen: verbĕrrege sjpeele (Limmel) schuilevinkje spelen [SGV (1914)] III-3-2
verstuiken verstuiken: versjtøk (Limmel), versjtøke (Limmel) verstuiken [SGV (1914)] || verstuikt [SGV (1914)] III-1-2
verzopen kalk verzopen: vǝrzōpǝ (Limmel) Kalk waaraan tijdens het blussen teveel water is toegevoegd waardoor deze te sterk afkoelt. [N 30, 34; monogr.] II-9
verzopen mortel te nat: tǝ nāt (Limmel) Mortel waar teveel water in is verwerkt. Zie voor de fonetische documentatie van het woord '(spijs)' het lemma 'Mortel'. [N 30, 43a; monogr.] II-9
vest gilet (fr.): zjilee (Limmel) vest (kleedingstuk) [SGV (1914)] III-1-3