18434 |
winkelhaak |
winkelhaak:
weŋkelhǭk (Q104a Limmel),
weŋkǝlhǫwk (Q104a Limmel),
winkelhoak (Q104a Limmel)
|
Haak waarvan de armen een hoek van 900 vormen. Met de winkelhaak wordt haaks afgetekend en worden werkstukken op hun haaksheid gecontroleerd. Zie ook afb. 2. [N 30, 13a; monogr.] || Rechthoekige scheur in een kledingstuk. Een mogelijk verklaring van het woordtype vijf (c.q. fünf) geeft het WNT (XXI, pag. 536 s.v. ɛvijfɛ 4): ø̄Wat den vorm heeft van een cijfer ɛvijfɛ. Gewest. in het Zuiden als ben. voor een winkelhaak (scheur), die aan een Romeinse V doet denkenø̄.' [N 59, 192b; N 62, 43b; N 62, 43c; Gi 1.IV, 11; MW; S 44; monogr.] || winkelhaak [SGV (1914)]
II-7, II-9, III-1-3
|
33238 |
winterwortelen |
wortelen:
wortǝlǝ (Q104a Limmel)
|
Daucus carota L. subsp. sativus (Hoffm.) Arcang. Bedoeld zijn hier de winterwortelen (of winterpenen) die op de akker worden geteeld, zowel als veevoeder, alsook voor de consumptie door mensen, met name voor de hutspot. De fijne variëteit tuinworteltjes komt in de aflevering over de moestuin aan bod. [N Q, 6c; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 26c; A 49, 2b; L B2, 342; L 8, 100b; L 15, 29; L 20, 26c; Wi 7; S 45; monogr.]
I-5
|
24280 |
witte kwikstaart |
kwikstaart:
kwiksjtart (Q104a Limmel)
|
kwikstaart [SGV (1914)]
III-4-1
|
20620 |
wittebrood |
wittebrood:
wittebroed (Q104a Limmel)
|
wittebrood [SGV (1914)]
III-2-3
|
24907 |
woensdagx |
goensdag:
goonsdig (Q104a Limmel)
|
Woensdag [SGV (1914)]
III-4-4
|
23337 |
wonder |
wonder:
wŏnder (Q104a Limmel)
|
wonder [SGV (1914)]
III-3-3
|
19835 |
wonen |
huizen:
hoeze (Q104a Limmel),
wonen:
wone (Q104a Limmel)
|
huizen (ww.) [SGV (1914)] || wonen [SGV (1914)]
III-2-1
|
21267 |
woord |
woord:
woord (Q104a Limmel)
|
woord [SGV (1914)]
III-3-1
|
22430 |
worstelen |
worstelen:
worsjtele (Q104a Limmel)
|
worstelen [SGV (1914)]
III-3-2
|
32970 |
wortel |
wortel:
wǫrtǝl (Q104a Limmel)
|
Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.]
I-4
|