30047 |
betonmolen |
betonmolen:
[beton]mø̄lǝ (Q104a Limmel)
|
Toestel dat wordt gebruikt bij het aanmaken van met name grote hoeveelheden betonspecie. De betonmolen bestaat uit een peer- of cilindervormige mengtrommel met een nuttige inhoud van 50 tot 1000 liter die door een een elektromotor of een verbrandingsmotor wordt aangedreven. In de mengtrommel zijn schoepen aangebracht die tijdens het ronddraaien van de trommel de betonspecie mengen. Boven de molen is een waterreservoir geplaatst waaruit de vereiste hoeveelheid water automatisch aan het mengsel wordt toegevoegd. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel '(beton)-' het lemma 'Beton'. [N 30, 50; monogr.]
II-9
|
24561 |
beuk |
beuk:
beuk (Q104a Limmel)
|
beuk [SGV (1914)]
III-4-3
|
20180 |
bevallen |
een kind krijgen:
e kind kriege (Q104a Limmel)
|
levenslicht [een kind het ~ schenken] [SGV (1914)]
III-2-2
|
19259 |
bevel |
bevel:
bevêl (Q104a Limmel, ...
Q104a Limmel)
|
bevel [SGV (1914)]
III-1-4, III-3-1
|
19613 |
bezem |
bezem:
bɛsəm (Q104a Limmel)
|
bezem [SGV (1914)]
III-2-1
|
21299 |
bezoek |
bezoek:
bezeuk (Q104a Limmel)
|
bezoek [SGV (1914)]
III-3-1
|
17996 |
bibberen |
bibberen:
bibbere (Q104a Limmel)
|
bibberen, bibberen [SGV (1914)]
III-1-2
|
23200 |
bidden |
beden:
bêje (Q104a Limmel)
|
bidden [SGV (1914)]
III-3-3
|
23201 |
biechten (gaan) |
biechten (gaan):
beechte (Q104a Limmel)
|
biechten [SGV (1914)]
III-3-3
|
21270 |
bieden |
bieden:
beje (Q104a Limmel)
|
bieden [SGV (1914)]
III-3-1
|