e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limmel

Overzicht

Gevonden: 1344
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
pachtboer halfe: halǝfǝ (Limmel), pachter: pęxtǝr (Limmel) Halfer e.d. vanwege de helft, die de pachter van de oogst kon behouden. [S 27; Wi 2; monogr.; add. uit A 10, 2bI] I-6
pachten pachten: paxtǝ (Limmel) [S 27; monogr.] I-6
pachtersvrouw halferse: halǝfǝšǝ (Limmel) [S 27, Wi 2; monogr.] I-6
pad kroddel: kroddel (Limmel) pad (dier) [SGV (1914)] III-4-2
pad, paadje pad, paadje: paad, p?j (Limmel) pad, paden (mv.) [SGV (1914)] III-3-1
paddestoel (alg.) jodenoor: jŭddeoer (Limmel) paddestoel [SGV (1914)] III-4-3
pak, kostuum pak: e nuij pak (Limmel), pak (Limmel) pak [SGV (1914)] || pak [een nieuw ~] [SGV (1914)] III-1-3
paling, aal aal: iel (Limmel, ... ) aal [SGV (1914)] || paling [SGV (1914)] III-4-2
pandverbeuren pandspelen: pandsjpeele (Limmel) pandverbeuren [SGV (1914)] III-3-2
pannentang pitstang: pets`taŋ (Limmel) Lange nijptang waarmee de dakdekker stukken van pannen afknipt wanneer ze aan het ondereinde een schuine richting moeten hebben. Zie ook afb. 76. [N 30, 17; monogr.] II-9