e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Limmel

Overzicht

Gevonden: 1344
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
prei poor: poor (Limmel) prei [SGV (1914)] I-7
prent(je) prent(je): print (Limmel) prent [SGV (1914)] III-3-2
pret, schik schik: sjik (Limmel), veer höbbe sjik gehad (Limmel) [schik] wij hebben ~gehad [SGV (1914)] || schik [SGV (1914)] III-1-4
priemen pennen: pęnǝ (Limmel) De twee pennen aan de uiteinden van het metselkoord waarmee het tijdens het metselen wordt vastzet. De priemen worden ook gebruikt om het koord na gebruik op op te rollen. Zie ook afb. 4. Volgens de invuller uit Q 121c worden thans met de toepassing van profielen geen priemen meer gebruikt. In P 176 noemde men het spannen van het metselkoord met behulp van de priemen: 'de koord opsteken' ('dǝ kōt˱ ǫpstēkǝ'). In L 291 gebruikte men geen priemen, maar zette men het metselkoord met behulp van vierduimse spijkers vast. [N 30, 14b; monogr.] II-9
priester priester: preester (Limmel) priester [SGV (1914)] III-3-3
priktol dop: dop (Limmel) tol (speeltuig) [SGV (1914)] III-3-2
processie processie (<lat.): precesse (Limmel) processie [SGV (1914)] III-3-3
proeven proeven: preuve (Limmel, ... ) proeven [SGV (1914)], [SGV (1914)] III-1-1, III-2-3
pronken pronken: pronke (Limmel, ... ) prijken [SGV (1914)] || pronken [SGV (1914)] III-1-3
pruis pruis: Pruusj (Limmel) Pruis [SGV (1914)] III-3-1