e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linde

Overzicht

Gevonden: 575
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
spekpannenkoek spekkoek: Syst. Frings  spɛkkōk (Linde) Spekpannekoek (spekbraoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
spit schot in de rug: sxot enə rex (Linde) een schietende pijn in de lenden (geschot ?) [ZND 35 (1941)] III-1-2
spurrieschoof hokje: hǭkskǝ (Linde) Pas gemaaide en gebonden spurrieschoof. In L 164, 266, 270, 289*, 289b, 290, 291, 320, 325 en 387 wordt opgemerkt dat spurrie niet werd gebonden, maar op staken gezet. De zegsman uit L 320 is uitvoerig: "De spurrie werd vroeger gedroogd aan stokken met de lengte van bonestaken, echter dikker. Onder om deze ¯spörriestaek¯ werd eerst een strowis strak vastgebonden, tegen het afzakken van de spurrie. De te drogen spurrie werd vervolgens in lange losse rollen gewikkeld en om de staken gedraaid. In latere tijd -na de tijd dat de spurrie op spörriestaek werd gedroogd- had men een andere methode: gewone bonenstaken werden schuin en dicht naast elkaar tegen een muur of meestal tegen een tuinheg (betere droging) gezet. Hier werd de spurrie los opgestapeld. Deze noemde men ɛhalleɛ. [N 15, 18f] I-5
staart staart: start (Linde), staartje: steͅrtjə (Linde) staart [ZND 07 (1924)] || staartje [ZND 38 (1942)] III-4-2
staartriem staartleer: startlē̜r (Linde) Riem die onder de staart van het paard doorloopt en aan het haam of aan het borsttuig is vastgemaakt als het paard geen zadel draagt. Dit onderdeel van het paardetuig was al aan het verdwijnen in de laatste fase van het met kar en paard rijden. Het belet dat het haam naar voren schuift als het paard het hoofd buigt. [JG 1b, 1c, 2b, 2c; monogr.] I-10
stalband stalband: stalbant (Linde) Leren band om de hals van het paard, waaraan de lijn of teugel wordt vastgemaakt om het op stal vast te binden. Vergelijk ook lemma Halster. [JG 1a; N 8, 91; N 13, 18b] I-10
stamppot moes: Syst. Frings  mus (Linde), potage: Syst. Frings Petazie: gekookte groente in de stamppot gedaan  pətazi (Linde), stomp: Syst. Frings  stōmp (Linde) Stamppot, heel in het algemeen [N 16 (1962)] || Wat verstaat u onder: potaage, petazzie (soep, gekookte groente of stamppot?) a.u.b. ook de uitspraak aangeven [N 16 (1962)] III-2-3
steek steek: messensteek (Linde), steek (Linde), stēͅk (Linde) een steek (van een mes) [ZND 31 (1939)] || een steek met een mes [ZND 07 (1924)] III-1-2
stilstaan hou: hou̯ (Linde) Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.] I-10
stoppelland stoppelland: stǫpǝlant (Linde) Het akkerland waarop stoppels staan; zie het vorige lemma ''stoppels'' (5.2.8). Voor de fonetische documentatie van het woord stoppelen, zie ook het lemma ''stoppels'' (5.2.8). [N 15, 51; add. uit N 6, 7; monogr.] I-4