e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linde

Overzicht

Gevonden: 575

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boterham met kaas boterham met kaas: Syst. Frings  bōtərham [met} kɛ̄əs (Linde) Boterham met kaas (keesbam, keistaat, sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham met vet boterham met vet: Syst. Frings  bōtəram meͅt ˃vet (Linde) Boterham met vet (sjmouer?) [N 16 (1962)] III-2-3
boterham van wit en zwart brood half en half: Syst. Frings  haləf˂ ən haləf (Linde) Boterham van wit en zwart brood (preekheer?) [N 16 (1962)] III-2-3
braken kotsen: [plat, gemeen]  kotsen (Linde), overgeven: [gewoon beschaafd]  overgèven (Linde), spuwen: [gewoon beschaafd]  spouwen (Linde) geef de gemeenzame woorden en uitdrukkingen voor overgeven, braken; geef aan tussen twee haakjes of ze gewoon , plat, schertsend, enz. gebruikt worden. [ZND 28 (1938)] III-1-2
bramenvlaai bromberenvlaai: Syst. Frings  brøͅmbɛ̄rəvlāii̯ (Linde) Bramenvla [N 16 (1962)] III-2-3
brandhout brandhout: brantheut (Linde), knabben: knabbe (Linde) [ZND 01 (1922)] [ZND 22 (1936)] I-7
brede buikriem onderlicht: ǫnǝrlext (Linde) Riem die onder de buik van het paard wordt gespannen en aan de twee uiteinden van de berries wordt vastgemaakt. Hij zorgt ervoor dat het paard steviger tussen de berries staat en voorkomt dat de kar opkipt. Deze riem is breder dan de smalle buikriem opdat hij bij het opkippen van de kar niet in de buik van het paard zou snijden. [JG 1a, 1b, 1c, 2b, 2c; N 13, 73] I-10
breeddorser wel met latten: węl męt latǝ (Linde) Bij deze dorsmachine werden de schoven dwars, in de breedte, of, anders gezegd, overlangs, in de opening geschoven. Hier gebeurt het eigenlijke dorsen door een molen met latten of wellen. Wompes Pelzer is een Duits fabrikaat breeddorsers, dat nog door paardekracht werd voortbewogen. Zie afbeelding 12. [N 14, 6b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
bretel bretel (<fr.): perteͅls (Linde) draagband om een broek op te houden (fr. bretelle) [ZND 35 (1941)] III-1-3
breuk breuk: breek (Linde), breek (in de bouk) (Linde), breuk (Linde) hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)] III-1-2