e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
ringrups rups: rəps (Linkhout) ringelrups, ringrups, kleurig gestreepte rups van de vlinder die zijn eitjes in een ring om de takken van bomen ne heesters legt [N 26 (1964)] III-4-2
ritnaald, larve van de kniptor ritnaald: rətnuu̯əl (Linkhout) ritnaald, koperworm, schadelijke kniptor-larve die van plantenwortels leeft [N 26 (1964)] III-4-2
rode aalbes rode beertjes: rooj bierkes (Linkhout), sint-jansberen: verzamelfiche, ook mat. van ZND01, u en ZND02, 4  sint-jansbēre (Linkhout) rode aalbes [ZND 01 (1922)] I-7
rode bosmier brag: brax (Linkhout) bosmier, (grote) rode ~ [stekkedraoger, brak] [N 26 (1964)] III-4-2
rode koe rode koe: rui̯ [koe] (Linkhout) Zie voor de fonetische documentatie van (koe) het lemma ''koe'' (3.3.1). [N 3A, 124] I-11
rode koe met geheel witte kop witkop: wetkǫp (Linkhout) [N 3A, 125a] I-11
rode koe met witte kop en rode vlekken om de ogen rode koe: rui̯ kui̯ (Linkhout) [N 3A, 125b] I-11
rode kool rode kool: roi ky(3)̄l (Linkhout) Rode kool (als plant of gewas) [Goossens 1b (1960)] I-7
roedegaten gaten van de askop: gaten van de askop (Linkhout) De twee gaten in de askop waarin de roeden worden bevestigd. Zie ook afb. 45. [N O, 10c; A 42A, 75] II-3
roedewiggen sluitspieën: sluitspieën (Linkhout) De houten wiggen waarmee de roeden vooraan of opzij in de askop worden vastgezet. [N O, 3a; A 42A, 76] II-3