34018 |
stilstaan |
hou:
hǫu̯ (P046p Linkhout),
ju(j):
jȳ (P046p Linkhout)
|
Voermansroep om het paard te doen stilstaan. [JG 1b; N 8, 95e en 96; L B 2, 257; L 36, 81e; monogr.]
I-10
|
19708 |
stoel |
stoel:
stūl (P046p Linkhout)
|
stoel [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
18775 |
stof |
stub:
støͅp (P046p Linkhout)
|
stof [ZND 07 (1924)]
III-2-1
|
24928 |
stof, zandx |
stub:
stəp (P046p Linkhout)
|
fijn droog stof op landwegen [N 27 (1965)]
III-4-4
|
19659 |
stofblik |
blik:
blik (P046p Linkhout)
|
stofblik [ZND 21 (1936)]
III-2-1
|
18357 |
stoffen pantoffel |
slof:
slufə (P046p Linkhout)
|
sloffen, stoffen pantoffels met slappe zool [N 24 (1964)]
III-1-3
|
20306 |
stok of twijg om een kind te straffen |
wis:
znd 23, 60c;
wis (P046p Linkhout)
|
stok of twijg om iemand te straffen [ZND 23 (1937)]
III-2-2
|
34075 |
stomphoorns |
stomphoorns:
stumphorǝs (P046p Linkhout)
|
Afgebrokkelde of slecht ontwikkelde hoorns. [N 3A, 106c]
I-11
|
33419 |
stookgat van de oven |
ovenkot:
[oven]kǫt (P046p Linkhout)
|
De benaming voor het stookgat van de oven dat voorzien is van een ijzeren deurtje. Vergelijk het lemma "ovenmond" in aflevering II.1, pag. 71. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) (oven-) het lemma "bakoven" (3.1.3). [N 5A, 79b]
I-6
|
34577 |
stootring |
as:
as (P046p Linkhout)
|
Verdikking van de as tussen de asarm en het asblok waardoor het wiel op een veilige afstand van het asblok gehouden wordt. De stootring kan met de as worden meegegoten maar er ook als een los element om bevestigd zijn. [N 17, 52 + 54 + add; N 18, 98d + 99; N G, 49a, 53f; JG 1a; JG 1b; JG 1d; JG 2b; L 20, 20a; L 39, 21 + 22; A 4, 20a; Wi 15; monogr.]
I-13
|