e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wonen wonen: wūənə (Linkhout) wonen [ZND m] III-2-1
woord woord: wort (Linkhout), wōrt (Linkhout) woord [RND], [ZND m] III-3-1
wormbulten zwerage: zwerǫžǝ (Linkhout) In de zomer leggen runderhorzels hun eitjes aan de haren van het rund. Na enkele dagen kruipen er larven uit de eitjes. Deze dringen het lichaam binnen langs de haren en het haarzakje, doorboren de huid en groeien langzamerhand uit. In de winter komen ze vooral onder de huid van de rug terecht. Iedere plek waar een larve zit, vormt een bultje, de wormbult. Om te kunnen ademen doorboort de larve de huid van het rund. Dit veroorzaakt wondjes die gemakkelijk ge√Ønfecteerd kunnen raken, waardoor zeer uitgebreide verettering kan ontstaan. Zie ook het lemma ''wormbulten'' in wbd I.3, blz. 478-479. [N 52, 22; N 3A, 83b; A 48A, 35; monogr.] I-11
worst maken pens(en) maken: pęnsǝn mākǝn (Linkhout) De kleinere stukken vlees en vet worden met een vleesmolen, een bijltje of een mes tot kleine stukjes gemaakt, Het vlees wordt eventueel gekruid en dan in de schoongemaakte darm geduwd. Vergelijk ook het lemma ''darmen met worstvlees vullen''. [N 28, 120; monogr.] II-1
wortel wortel: wǫtǝl (Linkhout  [(mv wǫtǝlǝ)]  ) Het deel van de plant dat onder de grond blijft. Het is in de materiaalverzamelingen overal duidelijk gemaakt dat het niet om groente gaat. Vergelijk daartoe de lemma''s ''winterwortel'' en ''tuinworteltje'' in de aflevering over de moestuin. [JG 1a, 1b; L 8, 100a; L 15, 28; S 45; monogr.] I-4
wortel (alg.) wortel: woͅtələ (Linkhout) wortel ve plant [Goossens 1b (1960)] III-4-3
wortels rooien trekken: trękǝ (Linkhout) Dennenwortels met een hefboom uit de grond trekken. [N 27, 8c] I-8
worteltje hofpootjes: hoͅfpyjkəs (Linkhout) Fijne variëteit tuinwortelen [Goossens 1b (1960)] I-7
wrijven wrijven: vrēͅvə (Linkhout) wrijven [ZND m] III-1-2
wringen wringen: vriŋə (Linkhout) wringen [ZND m] III-1-2