e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linkhout

Overzicht

Gevonden: 2305
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
zijwortel wortels: woͅtəls (Linkhout) (dwars)wortels van een boom [N 27 (1965)] III-4-3
zingen zingen: zinge (Linkhout, ... ) III. zingen; hij zong; gezongen. [ZND 25 (1937)] III-3-2
zitten zitten: zetten (Linkhout) zitten [ZND 46 (1946)] III-1-2
zitvlak van een broek polder: poͅldər (Linkhout) zitvlak, kruis, bodem van de broek [boksebaom, zolder, zuur schrej, kont, wan] [N 23 (1964)] III-1-3
zo arm als ... zo arm als job: h’es zoe erm as job (Linkhout) Hij is zo arm als... (uitdrukkingen). [ZND 32 (1939)] III-3-1
zo eenvoudig als ... zo simpel als ajuindag: zoe sumpel as ajoeundag (Linkhout), zo simpel als twee en twee vier is: zoe sumpel as twie en twie es vier (Linkhout) Zo eenvoudig als - (zeg in het dialect en vul aan; geef de verschillende uitdrukkingen die hiervoor bestaan) [ZND 23 (1937)] III-1-4
zolder zolder: züldər (Linkhout) zolder [ZND 27 (1938)] III-2-1
zolder boven de dorsvloer schelf(t): [schelf(t)] (Linkhout  [(*)]  ), sinkel: seŋkǝl (Linkhout) De zolderruimte boven de dorsvloer, bestemd voor het bergen van graan als er in de tasruimte naast de dorsvloer geen plaats meer was, ook voor stro en hooi (echter niet algemeen). Zie voor het type overschelf(t) Goossens 1959, m.n. 56, 57 en 59. Zie voor de fonetische documentatie van het woorddeel (den) het lemma "dorsvloer" (3.2.1) en voor (schelf(t)) het lemma "koestalzolder" (3.4.1). Zie ook afbeelding 14.b bij het lemma "dorsvloer" (3.2.1). [N 5A, 68a; N 5, 84; JG 1a, 1b, 2a en 2c; A 16, 5b; L 47, 8b; L 48, 11; Lu 2, 11; S 50; monogr.; add. uit: N 4A, 12g en 13d; A 7, 32] I-6
zolderkamer zolderkamertje: zøldərkēͅmərkə (Linkhout) zolderkamer [N 05A (1964)] III-2-1
zomen hekkenlijsten: hekkenlijsten (Linkhout) De drie of vier lange, dunne latten in het hekken die evenwijdig aan de roeden lopen. Zie ook afb. 38. [N O, 2b; A 42A, 64] II-3