20396 |
doopmutsje |
doopkapje:
dupkeͅpkə (P046p Linkhout)
|
doopmutsje [N 25 (1964)]
III-2-2
|
23205 |
doopvont |
doopvont:
du.pfunt (P046p Linkhout)
|
doopvont [RND]
III-3-3
|
18327 |
doordeweekse (werk)schort |
schommelaar:
sxumalijər (P046p Linkhout),
voordoek:
vərəng (P046p Linkhout)
|
schort, blauwlinnen (werk) ~ voor door de week [N 24 (1964)]
III-1-3
|
18671 |
doordeweekse kleren |
`s werkendaagse kleren:
sweͅrkədaxse klijər (P046p Linkhout)
|
door-de-weekse kleren [t s werkendagse dinge, werkdinge] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
20848 |
dopen |
dopen:
du.pə (P046p Linkhout, ...
P046p Linkhout),
e kind doepen (P046p Linkhout)
|
doopen (dopen) [RND] || dopen [RND] || Een kind dopen. [ZND 23 (1937)]
III-3-3
|
33521 |
doperwten |
peulerwten:
pōleͅtə (P046p Linkhout)
|
[Goossens 1b (1960)]
I-7
|
21311 |
dorp |
dorp:
de baure haaē vijf osse en nege koei en twelf schoope vər het deurp gebrocht, dei wau ze verkoepen (P046p Linkhout),
dørəp (P046p Linkhout)
|
De boeren hadden vijf ossen en negen koeien en twaalf schapen voor het dorp gebracht, die wilden ze verkopen. [ZND 04 (1924)] || dorp [ZND m]
III-3-1
|
19991 |
dorpel |
dorpel:
dø̜lǝpǝr (P046p Linkhout)
|
Zie kaart. Horizontale laag natuursteen of bakstenen aan de onderkant van een deurkozijn. Zie ook de lemmata 'Strekkenlaag', 'Staande rollaag', 'Liggende rollaag' en 'Hardsteen'. Met de term 'stofdorpel' wordt doorgaans een extra dorpelstuk aangeduid, dat soms op de onderdorpel van een binnendeurkozijn wordt aangebracht. Zie ook het lemma 'Stofdorpel'. [N 32, 12d; A 43,18; L 5, 72; L 12, 12; L B1, 152; A 45, 31; R 3-46; monogr.; Vld]
II-9
|
33120 |
dorsbed aanleggen |
aanleggen:
ɛ̜̯nlęgǝ (P046p Linkhout)
|
Het aanleggen van de laag schoven op de dorsvloer; zie de toelichting bij het lemma dorsbed, laag schoven op de dorsvloer (6.1.16). Het object van de handeling is steeds het ''dorsbed, de laag schoven op de dorsvloer'' van het vorige lemma. [N 14, 17b; JG 1a, 1b; monogr.]
I-4
|
33119 |
dorsbed, laag schoven op de dorsvloer |
brei:
brɛ̄ (P046p Linkhout)
|
Voordat men begint te dorsen moeten de schoven op de dorsvloer uitgespreid worden. Meestal worden twee lagen schoven, met de koppen (aren) naar elkaar toe gekeerd, in het midden van de dorsvloer, uitgespreid. In dit lemma staan de benamingen van een dergelijke laag schoven bijeen. [N 14, 20; JG 1a, 1b; L 32, 103; monogr.]
I-4
|