32978 |
evene |
evie:
ē.vǝ (P046p Linkhout)
|
Avena strigosa Schreber. Schrale haver, lichte soort haver, waarvan de korrels niet zo groot worden als die van de Avena sativa L. (zie het lemma ''haver'', 1.2.5) en waarvan de teelt al in de vijftiger jaren in Limburg verdwenen was. In het eerste lid van de samenstelling ossehaver ligt het bijbegrip van iets van een mindere kwaliteit besloten; het staat dan ook tegenover paardehaver: de gewone haver. Zie voor de fonetische documentatie van het woord [haver] het lemma ''haver'' (1.2.5). Zie afbeelding 1, c. [JG 1a, 1b; L 35, 102; monogr.; add. uit A 2, 31]
I-4
|
19142 |
fatsoenlijk |
fatsoenlijk:
Der es ne fatsounleke minsch (P046p Linkhout)
|
Dat is een fatsoenlijk mens. [ZND 35 (1941)]
III-1-4
|
22431 |
feest |
feest:
dei feest verliep zonder da er e lied gezoenge was (P046p Linkhout),
fiest (P046p Linkhout)
|
Feest: het feest verliep, zonder dat er een lied werd gezongen. [ZND 46 (1946)] || Het schoonste feest (lidwoord!). [ZND 35 (1941)]
III-3-2
|
23275 |
feestdag van sint-maarten |
sinte-maarten:
sinte metten (P046p Linkhout)
|
Sint-Maarten. [ZND 38 (1942)]
III-3-3
|
21127 |
fiets |
velo:
ne vēlo (P046p Linkhout),
velo (P046p Linkhout)
|
fiets [ZND 44 (1946)] || Fiets. [ZND 35 (1941)]
III-3-1
|
33688 |
fijn droog stof |
stub:
støp (P046p Linkhout)
|
Fijn droog stof op landwegen. [N 27, 37c]
I-8
|
25170 |
fijne hagel |
fijne hagel:
fēͅnə hagəl (P046p Linkhout),
hagel:
hagəl (P046p Linkhout)
|
fijne hagel [sjrot, schrot] [N 22 (1963)]
III-4-4
|
18121 |
fijt |
fijt:
fait (P046p Linkhout)
|
ik heb de (of het) fijt (zeer pijnlijke verzwering van een vingertop) [ZND 35 (1941)]
III-1-2
|
23264 |
flambouw |
flambouw (<fr.):
en flambie (P046p Linkhout)
|
Een flambouw (die in de processie wordt gedragen). [ZND 35 (1941)]
III-3-3
|
30800 |
flank |
flanken:
flaŋkǝ (P046p Linkhout)
|
Zijkanten van de buik tussen de achterste ribben en de heup. De flanken dienen kort, gesloten en gevuld te zijn. Zie afbeelding 2.32. [JG 1a, 1b; N 8, 12 en 32.10]
I-9
|