21338 |
kleingeld |
kleingeld:
kley geld (P046p Linkhout)
|
kleingeld [ZND 28 (1938)]
III-3-1
|
18626 |
klep (van pet) |
klep:
kləp (P046p Linkhout)
|
klep van een pet [luif, luifel] [N 25 (1964)]
III-1-3
|
23215 |
klepel |
klepel:
de klepel van de klok (P046p Linkhout)
|
De klepel van de klok. [ZND 28 (1938)]
III-3-3
|
21353 |
kletsen |
babbelen:
Van Dale: babbelen, 1. veel praten over dingen van weinig belang, uit lust tot praten; (schoolt.) met elkaar praten van leerlingen onder de les; -2. praatjes verkopen, kwaadspreken; -3. keuvelen, gezellig praten; -4. (gew.) uit de school klappen; -5. (in litt. t.) een geluid maken dat aan babbelen doet denken.
babbelen (P046p Linkhout),
babələ (P046p Linkhout),
baobələ (P046p Linkhout),
klanderen:
klainderen (P046p Linkhout)
|
praten [ZND m] || praten, klappen, kallen [ZND 36 (1941)] || praten, kletsen [ZND m]
III-3-1
|
33997 |
kletsoor |
klitsoor:
kledzuu̯r (P046p Linkhout)
|
Dun eindje touw of leer aan het uiteinde van het snoer van de zweep dat bij het slaan een knallend geluid maakt. [JG 1a, 1b, 1c, 2c; N 13, 95c; L B2, 245; L 8, 142; R 14]
I-10
|
25029 |
kleurx |
kleur:
kleur (P046p Linkhout, ...
P046p Linkhout)
|
kleur [ZND 01 (1922)], [ZND 28 (1938)]
III-4-4
|
18065 |
klierziekte |
klieren:
De meeste informanten vertalen enkel het zinnetje hij heeft klieren (in de hals) zonder een speciale benaming voor deze klieren op te geven.
kleieren (P046p Linkhout)
|
hij heeft klieren (in de hals). Bestaat hiervoor een speciale volksnaam ? [ZND 28 (1938)]
III-1-2
|
24581 |
klimop |
klimop:
-
klimoep (P046p Linkhout)
|
klimop [ZND 36 (1941)]
III-4-3
|
20950 |
klokhuis |
wrang:
vrang (P046p Linkhout)
|
klokhuis (het binnenste van een appel) [ZND 17 (1935)]
III-2-3
|
18230 |
klomp |
klonk:
kloenk (P046p Linkhout, ...
P046p Linkhout),
klunk (P046p Linkhout),
kluŋk (P046p Linkhout)
|
In het algemeen de benaming voor schoeisel dat is vervaardigd uit een uitgehold stuk hout. Er bestaan verschillende soorten klompen. Zie ook de lemmata ɛhoge klompɛ, ɛlage klompɛ etc.' [N 24, 70a; N 86, 46; A 15, 31b; L 36, 38; monogr.] || klomp (Frans: sabot) [klomp, blok] [N 24 (1964)] || klomp; Hoe heet een houten schoeisel (fr. sabot)? [ZND 36 (1941)]
II-12, III-1-3
|