e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tuinfluiter kersvink: keesvink (Linne), leede-vogeltje: onduidelijk  leedeveugelke (Linne) tuinfluiter III-4-1
tuinman, boomkweker boomkweker: JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.  boͅu̯mkwekər (Linne) [RND 08] I-7
tweede luiden voor de mis trumpen: trumpen (Linne), trumpj (Linne) Het luiden van de klokken op zondag een half uur en/of een kwartier vóór de aanvang van de vroegmis, de hoogmis, het lof of de vespers. [N 96A (1989)] || Het tweede luiden vóór de hoogmis [tezamen luiden, tsezame loeë]. [N 96A (1989)] III-3-3
ui, ajuin ooj: ōjə (Linne), mv ooie  ooi (Linne) [DC 13 (1945)] I-7
uier uier: yi̯ǝr (Linne) De melkklier van de koe zoals zij zich uitwendig vertoont onder aan de buik. Op de kaart is het woordtype uier niet opgenomen. [JG 1a, 1b; Gwn V, 7; L 8, 24a; L 14, 27a; RND 127; S 38; Wi 51; monogr.] I-11
uierkwartier deem: dēm (Linne) Kwartier van de koeuier in het algemeen. [A 9, 12] I-11
uil koets: koetsj (Linne) bosuil III-4-1
uit (voetbal) uit: oet (Linne) (De bal is) uit. [DC 49 (1974)] III-3-2
uitgegraven dennenwortel boks: buks (Linne) [R 3, 3; L B2, 344] I-8
uitsliepen sliepuit doen: sjlīē.p ōē.t doo.n (Linne) uitsliepen [sliep oet doon] [N 07 (1961)] III-3-2