23660 |
uitstalling van het allerheiligste |
uitstelling:
oetstelling (L376p Linne)
|
Uitstalling, uitstelling van het Allerheiligste [oessjtellóng van t allerhillieg-ste?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33846 |
uitwerpselen van het paard |
paardskeutelen:
pē̜rskøtǝlǝ (L376p Linne)
|
[A 9, 24b]
I-9
|
34144 |
uitwerpselen van koeien |
koestront:
kuštront (L376p Linne)
|
[N M, 8a; A 9, 24a; JG 1a, 1b; N 11A, 40a; monogr.; add. uit N 5A (I]
I-11
|
34061 |
vaars |
vaars:
vē̜s (L376p Linne),
vɛs (L376p Linne)
|
Jonge koe van ongeveer twee jaar die nog geen kalf heeft gehad of voor de eerste maal kalft. [JG 1a, 1b; A 2, 38; A 4, 11; Gwn V, 6; L 8, 27; L 20, 11; R 3, 37; S 38 en 49; Wi 16; monogr.; add. uit N 3A, 20]
I-11
|
28963 |
vademen |
(de/een) naald(e) invamen:
ɛjn n ̇ǭltj e.nv ̇ē̜mǝ (L376p Linne)
|
Een draad door het oog van een naald halen. In dit lemma zijn de objecten draad, garen, draad garen, vaam, vaam garen niet gedocumenteerd. [N 59, 68; N 62, 10; L 8, 29; L B1, 76; MW; monogr.]
II-7
|
20330 |
vader |
vader:
vaader (L376p Linne),
vader (L376p Linne, ...
L376p Linne,
L376p Linne),
vadər (L376p Linne)
|
(vader;) Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken? [DC 05 (1937)] || vader; (Hoe wordt de vader door de kinderen aangesproken?) [DC 05 (1937)] || vader; ik ga met mijn vader naar het land; volw. [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; < 6 jaar [DC 12a (1943)] || vader; ik ga met vader naar het land; ± 10 jaar [DC 12a (1943)]
III-2-2
|
34489 |
van veren wisselen |
ruizelen:
rysǝlǝn (L376p Linne)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
17824 |
vangen |
vangen:
vangen (L376p Linne)
|
vangen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
34297 |
varken |
varken:
vɛrkǝ (L376p Linne),
vɛrǝkǝ (L376p Linne)
|
Bedoeld wordt een varken in het algemeen, niet geslachtelijk of naar leeftijd onderscheiden. [N 19, 1; N M, 7; N C; N C, add.; RND 46 en 84; L 8, 19; L 8, 32; L mon.; S 39; JG 1a, 1b, 2c add.; R (s]
I-12
|
34328 |
varken met een doorgezakte rug |
zaalrug:
zālrø̜k (L376p Linne)
|
[N 76, 19]
I-12
|