30336 |
vensterblinden |
blinden:
blenjǝ (L376p Linne)
|
Houten panelen of borden die aan de binnenzijde van het huis aan één of aan beide zijden van het raamkozijn zijn aangebracht. Men onderscheidt slag- of vouwblinden die draaiend geopend kunnen worden en schuif- of rolblinden die in een in de muur uitgespaarde ruimte geschoven kunnen worden. [N 55, 65b; A 23, 18b; A 46, 11c; L 32, 75a; RND 10, 49 add.; monogr.]
II-9
|
30332 |
vensterluiken |
blinden:
blenjǝ (L376p Linne)
|
Zie kaarten. De houten panelen die draaiend aan de buitenkant van het huis aan beide zijden van het raam zijn aangebracht. Er bestaan ook losse vensterluiken die 's avonds voor het raam worden geplaatst en 's morgens weer verwijderd worden. Zie voor het woordtype 'vensters' ook Van Keirsbilck I pag. 466 s.v. 'venster': ø̄Ook dikwijls gebruikt in den zin van een beweeglijk luik vóór een venster, aan den buitenkant.ø̄ [N 55, 65a; A 23, 18a; A 46, 11a; L 1 a-m; L 32, 75b; L 1u, 17; L B1, 155; L A2, 409; rnd 49 add.; monogr.; Vld.]
II-9
|
21412 |
verhaal |
verhaal:
verhaol (L376p Linne)
|
verhaal; aan wie heeft hij dat nieuwe - verteld [DC 03 (1934)]
III-3-1
|
22507 |
verjaardag |
verjaardag:
verjaordaag (L376p Linne)
|
Hij was gisteren jarig, maar ik ... zn hele verjaardag vergeten. [DC 45 (1970)]
III-3-2
|
18074 |
verkouden |
verkoud:
flink verkaojt (L376p Linne),
ich bün verkaojt (L376p Linne)
|
Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)] || Zware verkoudheid. Gebruikt men afzonderlijke benamingen voor een zware en lichte verkoudheid [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
18080 |
verkoudheid |
klets:
ich hüb de klets eweg (L376p Linne),
kou:
koaj op de borst (L376p Linne),
verkoudheid:
ein shwaor verkoadheit (L376p Linne)
|
Griep. Hoe noemt men tegenwoordig een zware verkoudheid met koorts? [DC 30 (1958)] || Verkoudheid. Op welke wijze wordt dit gewoonlijk uitgedrukt? B.v. Ik ben ~ [DC 27 (1955)]
III-1-2
|
19038 |
verlegen |
bleu:
blûû (L376p Linne),
verlegen:
verlae.⁄ge (L376p Linne)
|
verlegen [schoow, sjou, bluuj, besjeemt] [N 06 (1960)]
III-1-4
|
21393 |
verliezen |
verliezen:
verleezen (L376p Linne, ...
L376p Linne)
|
verliezen [DC 38 (1964)]
III-3-1, III-3-2
|
23374 |
verpachte banken |
verpachte banken:
verpechte benk (L376p Linne)
|
De kerkbanken waarvan de plaatsen aan parochianen verpacht werden. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23249 |
verplichte feestdag |
verplichte feestdag:
verplichte fiesdaag (L376p Linne)
|
Een geboden, verplichte feestdag [festerandach]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|