e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

Gevonden: 1331

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
allerheiligen allerheiligen: Alderhèl⁄ge (Linne), allerheiligen (Linne), Allerhèl⁄ge (Linne) 1 november Allerheiligen [allerhillieje]. [N 96C (1989)] || Allerheiligen. [N 06 (1960)] III-3-3
allerzielen allerzielen: allerziele (Linne), Allerzîê:le (Linne) 2 november, Allerzielen [allerzieële]. [N 96C (1989)] || Allerzielen. [N 06 (1960)] III-3-3
altaar altaar (<lat.): altaor (Linne) Een altaar [altaor, altooër, alter, outaar, outer?]. [N 96A (1989)] III-3-3
altaarbel bel: bel (Linne) De 3 of 4 belletjes omvattende bel/schel, die door de misdinaar bediend wordt [schel, sjel?] . [N 96B (1989)] III-3-3
ampullen ampullen (<lat.): ampul (Linne) Het water- en het wijnkannetje die in de mis gebruikt worden, ampullen [pölle?]. [N 96B (1989)] III-3-3
appelboom appelbomen (mv.): Vraag: "appelboomjes", diminutief gelaten; enkelvoud opgenomen  appelbuim (mv) (Linne) [DC 03 (1934)] I-7
aren lezen aren lezen: ǭrǝ lɛzǝ (Linne), zomeren: zø̄mǝrǝ (Linne) Het oprapen en verzamelen van de achtergebleven aren op het veld. Het was vroeger gewoonte de aren die op het pasgemaaide en geoogste veld achterbleven, te laten liggen, zodat behoeftigen deze konden verzamelen. Het was een vorm van armenzorg. [N 15, 35; JG 1a, 1b, 1c, 2c; L 39, 40; Lu 3, 6; R [s], 31; R 3, 68; monogr.; add. uit A 23, 16.2] I-4
armvol armvol: hęrvǝl (Linne), (m.). mv.: hé.rvele.  èj⁄nen hé.r⁄vel hö.j (Linne) armvol hooi [ennen erval hoj] [N 07 (1961)] || De hoeveelheid stro of aren die men in de armen kan vasthouden. Zie ook het lemma ''handvol hooi'' (5.1.4) in aflevering I.3. [N 7, 58; L 1, a-m; L 1u, 8; L A1, 88; Wi 51; monogr.] I-4, III-4-4
askruisje askruisje: askruutske (Linne) Het Askruisje [assekrüske, esjekruuts]. [N 96C (1989)] III-3-3
aswoensdag aswoensdag: aswoonsdig (Linne) Aswoensdag, de eerste dag van de grote vasten [ésjermitwoch, aesjergoonsdiech, esjelegoonsdich]. [N 96C (1989)] III-3-3