e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Linne

Overzicht

Gevonden: 1331
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
omheining van opstaande latjes lattenhek: latǝnhēk (Linne) Omheining getimmerd van opstaande latjes, meestal rond een tuin of hof. [A 25, 4d; monogr.] I-8
omheining van palen lattenhek: latǝnhēk (Linne) Omheining van palen, verbonden door enkele latten of ruwe planken. [A 25, 4c; monogr.] I-8
omheining van takken tuin: tūn (Linne) Omheining van een erf of een stuk land, gevlochten van takken. [A 25, 4b; monogr.] I-8
onbelangrijk min: min (Linne) weinig [DC 39 (1965)] III-4-4
ondergronden, woelen riolen: riōlǝ (Linne) Met een aparte ploeg of met een aan de gewone ploeg bevestigde schaar, klauw of haak de zool, harde laag of bank onder (in) de voor breken of openrakelen. [N 11, 46; N27, 13b] I-1
onderkerk onder de kerk: onger de kirk (Linne) De ruimte, de kelder onder de gehele kerk [onderkerk?]. [N 96A (1989)] III-3-3
onderwijzer meester: meister (Linne) onderwijzer; Hoe wordt hij tegenwoordig genoemd? [DC 48 (1973)] III-3-1
oneven, niet door twee deelbaar omp: (uitspraak: ompe (kort).  omp (Linne) oneven [DC 31 (1959)] III-4-4
ongewijde aarde ongewijd kerkhof: ongewied kerkhaof (Linne) Het deel van het kerkhof dat vroeger diende als begraafplaats a) voor ongedoopt gestorven kinderen, b) evt. voor iemand die zelfmoord had gepleegd, c) evt. voor een gevonden maar niet geïdentificeerd lijk [ongewiejde èèrd, ...buiten de heg", verloren kerk [N 96A (1989)] III-3-3
onkruid, algemeen onkruid: onkrūt (Linne) De verzamelnaam van in het wild groeiende planten, tussen de cultuurgewassen; ze belemmeren de cultuurgewassen in hun groei en de boer zal ze dan ook bestrijden. Naar aanleiding van de opgave nuttigheid in L 387 merkt de zegsman op: "Nut is hier ɛvuil, viesɛ"; waarschijnlijker dan deze volksetymologie is echter dat het voorvoegsel on- hier is uitgevallen. Puinen, puimen is eigenlijk de soortnaam van een afzonderlijke plant (zie het lemma Kweek) maar hier uitdrukkelijk opgegeven als de algemene benaming voor alle soorten onkruid. Hetzelfde geldt voor de opgaven reutsel (zie het lemma Perzikkruid). De varianten op -ds zoals vuiligheids vertonen pseudo-klankverschuiving. [N 11, 70a en 80a; N 11A, 172d; N 14, 123 en 124; N 17, 11; N P, 15b en 16b; JG 1a, 1b; A 17, 11; A 26, 9; A 28, 10; A 30, 2; A 39, 1b; A 43, 13; L 2, 18; S 26; Wi 6; monogr.] I-5