24362 |
pad |
ektis:
aiktes (L376p Linne)
|
pad [DC 07 (1939)]
III-4-2
|
24534 |
paddestoel (alg.) |
champignon:
šampəlju̞ŋ (L376p Linne),
kattenkaas:
giftig
katəkì.əs (L376p Linne)
|
paddestoel [RND]
III-4-3
|
18170 |
pak, kostuum |
pak:
pak (L376p Linne)
|
Je moet een nieuw pak kopen. [DC 41 (1966)]
III-1-3
|
24293 |
paling, aal |
aal:
aol (L376p Linne),
geen verschil
aol (L376p Linne)
|
aal, paling [DC 10 (1941)]
III-4-2
|
23791 |
palmbosje |
palmtakjes:
palmtekske (L376p Linne)
|
Het palmbosje dat op Palmzondag gewijd wordt [palemwösj]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23790 |
palmprocessie |
palmprocessie (<lat.):
palmprecessie (L376p Linne)
|
De processie die op Palmzondag gehouden wordt, palmprocessie. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23789 |
palmtakje |
palmtakje:
pelmtaekske (L376p Linne)
|
Het palmtakje dat men achter het wijwaterbakje steekt om bij ziekte en onweer wijwater mee te sprenkelen [palemteks-je]. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23786 |
palmwijding |
palmwijding:
palmwieing (L376p Linne)
|
De palmwijding op Palmzondag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
23785 |
palmzondag |
palmzondag:
palmzondig (L376p Linne)
|
De zondag vóór Pasen, Palm-/Palmenzondag. [N 96C (1989)]
III-3-3
|
32736 |
pand, bed |
ril:
rel (L376p Linne)
|
Een pand of bed is een deel van een (meest erg lange) akker of een smal stuk land tussen twee evenwijdige greppels. Vergelijk het lemma In Panden Ploegen. Panden zijn doorgaans kleiner van oppervlakte dan gewone percelen op drogere grond. Men onderscheidt soms brede en smalle akkerdelen. Waar de brede stukken panden heten, worden de smalle stukken bedden genoemd. Het omgekeerde is ook mogelijk. Met perken bedoelt men de brede stukken. Hieronder is van deze afzonderlijk te ploegen akkerdelen - voor zover mogelijk - de breedte in voren of meters vermeld. Omdat een akker meerdere panden of bedden omvat, zijn ook de verstrekte meervoudsvormen opgenomen. [N 11, 53a + b; N 11A, 122 add.; N 11A, 130 a + c; JG 1a + 1b + 1c + 2c; A 44, 21e]
I-1
|