e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
glimlachen gremelen: grəmīējələ (Loksbergen) onhoorbaar lachen door de mond te vertrekken [monkelen, glimlachen] [N 85 (1981)] III-1-4
glimworm lichtworm: lichtwərm (Loksbergen), vuurveuren: vuurveuren (Loksbergen), vuurworm: vuurweurm (Loksbergen) glimworm [GV Gr (1935)], [ZND 18G (1935)] || Het wijfje is vleugelloos, 12-18mm lang, bruinachtig van kleur, het halsschild is geel omrand. Het heeft vrij sterke lichtorganen op het einde van het achterlijf (glimworm, lichtmaaike, viermaai, gloeiige worm) [N 83 (1981)] III-4-2
gloria gloria (lat.): glórija (Loksbergen) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gluiperd doorneukte, een -: dərnəktə (Loksbergen) een gluiperig, niet eerlijk persoon [gluiperd, luiperd, kattin] [N 85 (1981)] III-1-4
gluiperig doorneukt: dərnəkt (Loksbergen) huichelachtig, op bedekte wijze, niet open, niet eerlijk [gluips, gluiperig, slinks, wenslinks] [N 85 (1981)] III-1-4
god de vader god de vader: gòd də vòòdər (Loksbergen) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: godslamp (Loksbergen) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren godslasteren: godsla[s}tərə (Loksbergen) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering godslaster: godslastər (Loksbergen) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3
goed doorbakken steen goede steen: gujǝ stijǝn (Loksbergen) In Q 211 waren de goed doorbakken stenen blauw en zwart (blōw ɛn ēwats), in Q 121b zwart en grijs (ēwats ɛn grī̄s) en in P 176 donkel (dǫŋk\l).' [N 98, 170; monogr.] II-8