19980 |
kwispelstaarten |
kwispelen:
kwéspələ (P047p Loksbergen)
|
Hoe noemt u de staart heen en weer bewegen, als teken van vriendschap, gezegd van honden (kwispelen, kwipselen, kwipselstaarten, kwispelstaarten) [N 83 (1981)]
III-2-1
|
23580 |
kyrie eleison |
kyrie:
kirijé (P047p Loksbergen)
|
Het "vaste gezang"aan het begin van de mis, het "Kyrie eleison". [N 96B (1989)]
III-3-3
|
24925 |
laag grond |
laag:
laog (P047p Loksbergen),
lōͅx (P047p Loksbergen)
|
laag (znw.) [ZND 01 (1922)] || laag grond [laag, scheel, bank] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
33081 |
laag schoven op de wagen |
laag:
lǭx (P047p Loksbergen)
|
Zie de toelichting bij het lemma ''tasser op de wagen'' (5.1.5). Voorkop is de laag op de naar voren uitstekende ladder boven het paard. [N 15, 42; JG 1a, 1b, 1c, 2c; monogr.]
I-4
|
33659 |
laaggelegen weidegrond |
broek:
bruk (P047p Loksbergen)
|
Laaggelegen, vaak natte weidegrond, die men meestal gebruikt om te hooien. Vergelijk ook lemma 1.3.3 ɛbeemdɛ.' [N 14, 52; N P, 5; JG, 1a, 1b; S 5; A 10, 4; RND 20; L 19b, 2aI; Vld.; monogr.]
I-8
|
23658 |
laatste evangelie |
t letste evangjillióm?].:
t léstə éévangélīē (P047p Loksbergen)
|
Het laatste evangelie, het beginmstuk van het evangelie volgens Johannes, dat gelezen werd na de zegen [t lèste evangillie [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23506 |
laatste mis |
twaalfurenmis:
twaalfurəmes (P047p Loksbergen)
|
De laatste, vaak korte mis op zondag, de laatste gelegenheid om de mis te horen [snapmèske, gawkletske?]. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
23909 |
laatste oordeel |
laatste oordeel:
léstə ourdiejəl (P047p Loksbergen)
|
Het laatste oordeel. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
34581 |
ladderboom |
leerbalk:
(mv)
līrba.lǝkǝ (P047p Loksbergen)
|
Elk van de twee balken van een zijladder waartussen zich de sporten bevinden. [JG 1a; JG 1b]
I-13
|
19668 |
lade |
lade:
loͅi̯ (P047p Loksbergen),
tafelschuif:
tōfəlsxø͂ͅf (P047p Loksbergen)
|
een tafellade (Noordnederl. \'tafella\') [ZND 03 (1923)] || lade [ZND m]
III-2-1
|