e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Loksbergen

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
mond mond: mont (Loksbergen, ... ) mond [RND] || mondje [ZND m] III-1-1
mond (spotnamen) muil: mø͂ͅl (Loksbergen) muil [ZND m] III-1-1
monden muilen: mø̜̜̄̄lǝ (Loksbergen) Stookgaten in de zijmuren van de veldoven; bij uitbreiding ook de stookgangen uitgespaard in de inzet, die de verbinding vormen tussen de twee monden in de zijmuren. In het begin van de baktijd gooiden de stokers hier hout en turf naar binnen; was de oven heet genoeg, dan werden de monden afgesloten. [N 98, 114; monogr.; N 98, 140 add.] II-8
mondharmonica mondmuziek: mondməzik (Loksbergen) Het muziekinstrument dat langs de mond op en neer bewogen wordt en waarop geluid gemaakt kan worden door blazen en zuigen [fiep, moelfiep, noeneke, mondharmonika, muziek]. [N 90 (1982)] III-3-2
mondsteen muilsteen: mø̜̜̄̄lstī̄jǝn (Loksbergen) Steen die tijdens het bakproces vlakbij de stookkanalen heeft gelegen en zodoende half gesmolten en kromgetrokken is door de hitte. [N 30, 52c; N 98, 167; monogr.] II-8
mondvol hap: hàp (Loksbergen), mondvol: ne mondvol afbijten (Loksbergen) de hoeveelheid vloeistof of voedsel die men in één keer in de mond kan nemen [mondvol, moffel] [N 91 (1982)] || hap (mondvol) (afbijten) [ZND 32 (1939)] III-4-4
monnik monnik: mònnək (Loksbergen) Een monnik [munnik]. [N 96D (1989)] III-3-3
monstrans monstrans (lat.): monstans (Loksbergen) Een monstrans, een gouden of zilveren, meestal zonvormig vaatwerk waarin de H. Hostie ter aanbidding wordt uitgesteld. [N 96B (1989)] III-3-3
mooi, helder weer schoon weer: tés schōēwən (Loksbergen) mooi weer zijn, gezegd van het weer [weren] [N 81 (1980)] III-4-4
moordkruis doodskruis: dutskrø͂ͅəs (Loksbergen) Een veldkruis opgericht op de plaats waar iemand vermoord werd [mòòrd-kruus, zoenkruis?] . [N 96A (1989)] III-3-3